Natuurjournaal 14 juli 2022

Tuinslakken, dat is geen verzamelnaam voor alle slakken die je in de tuin hebt. Tuinslakken zijn een familie binnen de huisjesslakken. Er zijn er nogal wat van. De bekendste tuinslakken zijn de geel met zwart gestreepte huisjesslakken. Dat is de witgerande tuinslak. Een familielid is de zwartgerande tuinslak die ook wel de gewone tuinslak wordt genoemd. Ze kunnen geel zijn, maar zij meestal meer roze of bruin. Vaak hebben ze zwarte banden en soms een smalle witte. Bij de mondopening, de opening van het huisje, hebben ze een smalle zwarte rand. Pas als de slak volwassen is kan je die rand zien. De kleur van tuinslakken kan binnen een soort enorm verschillen. Het is grappig te constateren dat de slakken die in dichtbegroeid bos leven, meer strepen hebben dan de slakken in het gras. Ook in de stad kunnen ze snel evolueren. Tuinslakken eten planten als brandnetel en bijvoorbeeld boterbloemen. Maar dood organisch materiaal gaat er ook goed in, wat dat betreft zijn alle slakken wel echte afvalopruimers.

Een plant die zijn naam onmiskenbaar eer aan doet is pijlkruid. De waterplant heeft lange, rechtopstaande bladeren met twee punten naar achteren en een punt naar voren. Het is een robuuste plant die graag in stilstaand tot langzaam stromend water staat. In veel beken en andere niet te diepe wateren staat ze nu volop te bloeien. Als het water te snel stroomt, zou je deze bladeren niet zien. Dan ontstaat er slechts een rozet onder water en komt de plant niet tot bloei. De pijlbladeren worden wel luchtbladeren genoemd. De drietallige bloemen zijn wit met een paarse binnenkant, ook de meeldraden zijn paars.

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN