Natuurjournaal 21 december 2021

Nu de bladeren van de bomen zijn, vallen een aantal zaken op aan kale bomen en struiken. Een zeer opvallende verschijning in deze tijd is de callicarpa, een heester met knalpaarse besjes die in trossen in de oksels van de takken zitten. Deze heet ook wel schoonvrucht. Je ziet ze nogal eens in bloemstukken. Dan lijkt het vast alsof iemand ze geverfd heeft. Niets is minder waar, zo is de kleur gewoon. De bloempjes zijn wit tot lila gekleurd en trekken veel insecten aan in de zomer. Vogels eten de steenvruchten niet graag, waardoor de bessen lang aan de takken blijven zitten. In het wild zal je ze amper aantreffen, maar in tuinen des te meer. En nu ook in kerststukjes!

Wie in de tuin werkt, kan zomaar witte klodders zonder duidelijke vorm vinden, vooral in de buurt van water. Het lijkt wel afkomstig van een paddenstoel, of misschien zijn het eitjes van een slak. De waarheid is echter luguberder: deze geleivormige substantie is uitgebraakte kikkerdril. Reigers lusten graag een kikker of pad. Rond deze tijd van het jaar zijn de eitjes, de kikkerdril, al aan het rijpen in de vrouwtjeskikker. Wanneer zij opgegeten wordt, komt het kikkerdril ook terecht in de maag van de reiger. Deze wordt dan misselijk en braakt de kikkerdril uit. Dit fenomeen wordt heksensnot of sterrenschot genoemd. Vroeger wist men namelijk niet waar het vandaan kwam. Gedacht werd aan het snot van heksen, of een overblijfsel van een vallende ster.

Tekst: Mike Hirschler, IVN & Marjolein Mooij, NatureToday.nl
Foto’s: Mike Hirschler, IVN; Gerda den Os