Zeldzame Bisschopsmuts voor tweede keer in Nederland gevonden
Nederlandse Mycologische VerenigingDe Bisschopsmuts in Nederland
De Bisschopsmuts (Gyromitra infula, Rode Lijst: Ernstig bedreigd) is een zakjeszwam (ascomyceet) die behoort tot dezelfde familie als de Voorjaarskluifzwam en de Reuzenkluifzwam. Deze twee soorten zijn echter uitgesproken voorjaarspaddenstoelen, in tegenstelling tot de Bisschopsmuts. In oktober 2017 werd de als uitgestorven gewaande Bisschopsmuts voor het eerst weer in Nederland teruggevonden, op een op de grond liggende rottende Berkenstam. Hier groeiden twee exemplaren op. Op een tweede locatie op een verrotte stam van een Boswilg, die afgeschermd was door brandnetels en bramen, groeiden er echter wel twaalf. De groeiplaats bevindt zich op de rand van het bekende natuurgebied de Lonnekerberg bij Enschede. Het verspreidingskaartje laat zien dat de Bisschopsmuts in vroeger jaren veel meer voorkwam in Nederland, maar door onopgehelderde oorzaken achteruitging en uiteindelijk als uitgestorven werd beschouwd.
Verschillende loofhoutsoorten
Het is opmerkelijk dat in de literatuur wordt gesproken over strooisel van naaldbomen en struiken als het aangewezen substraat van de Bisschopsmuts. Of dat nog steeds zo is, valt sterk te betwijfelen. Op de twee nu bekende Nederlandse locaties is dat geenszins het geval. Op de Lonnekerberg waren het een verrotte Berkenstam en een oude verrotte omgevallen Boswilg.
Op de stam van de Boswilg kwamen wel twaalf Bisschopsmutsen te voorschijn. De Bisschopsmutsen van Bakkum werden aangetroffen op het sterk vergane hout van een Zwarte populier. De verregaande staat van verrotting kan zover gaan dat Bisschopsmutsen nauwelijks houvast hebben op het 'verpulverde' hout en omklappen. Dat vond al plaats op de vindplaats van de Lonnekerberg, maar dreigt ook te gebeuren in Bakkum. Blijkbaar verschijnen de vruchtlichamen van Bisschopsmutsen alleen als er echt niets meer te halen valt in het verteerde hout.
Locatie Bakkum
In september 2014 werd in Bakkum in ongeveer dezelfde omgeving een Korrelige taaiplaat (Neolentinus schaefferi) aangetroffen. Deze zeldzame paddenstoel werd eveneens op oud hout van een Zwarte populier aangetroffen. Hieruit blijkt maar weer dat dood loofhout dat in een verregaande staat van verrotting verkeert nog steeds een aantrekkelijk substraat kan vormen voor meerdere (bijzondere) paddenstoelensoorten. Het is daarom zaak om de voor paddenstoelen achtergelaten boomstammen in natuurterreinen zo lang mogelijk te laten liggen, tot ze echt tot molm zijn vergaan. Door het hout te vroeg op te ruimen zou je misschien 'de baby met het badwater' weg kunnen gooien.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Luc Knijnsberg (leadfoto: Bisschopsmuts); Piet Brouwer
Kaart: NDFF