Broedvogels, gouden schallebijters en muizen in pilotproject 'Natuurrijke slaperdijken Groningen'
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Landschapsbeheer Groningen, Vogelbescherming NederlandSlaperdijken zijn landinwaarts gelegen oude dijken waarvan de waterkerende functie is overgenomen door nieuwere dijken. De meeste slaperdijken hebben nu primair een agrarische functie. Meestal worden ze gebruikt voor begrazing of ruwvoerproductie. Voor een gemiddeld landbouwbedrijf zijn ze echter niet van grote betekenis. Daarom bieden deze groene en cultuurhistorisch waardevolle linten in het landschap een uitgelezen kans voor versterking van de biodiversiteit in het boerenland.
Natuurvriendelijker beheer: later maaien of drukbegrazing
In 2020 startten Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Landschapsbeheer Groningen en Vogelbescherming Nederland de pilot ‘Natuurrijke slaperdijken Groningen’. In de pilot wordt onderzocht wat een natuurvriendelijker beheer van slaperdijken aan natuurwaarden oplevert. Daarbij worden dijkvakken met natuurvriendelijk beheer door deelnemende agrariërs vergeleken met dijkvakken die in beheer zijn bij agrariërs die niet aan de pilot deelnemen. De vergelijking omvat aantallen broedvogels, overwinterende vogels, insecten, muizen en vegetatieontwikkeling. Het beheer van de deelnemers is relatief eenvormig (na 1 juli eenmalig maaien en afvoeren of kort toepassen van drukbegrazing), terwijl dat van niet-deelnemers kan variëren van vroeg gemaaid tot het gehele broedseizoen begraasd met koeien en/of schapen. Om een eerste indruk te krijgen van de verschillen tussen de slaperdijken van deelnemers en niet-deelnemers zijn de resultaten van het eerste jaar (2020) uitgewerkt.
Gouden schallebijters op de slaperdijk
Om loopkevers te monitoren zijn in juni en juli 2020 potvallen geplaatst in dijkvakken van zowel deelnemers als niet-deelnemers. Loopkevers leven van andere insecten en slakken en hebben indicatieve waarde voor de aanwezigheid van hun prooisoorten. Daarnaast kunnen veel soorten loopkevers, zoals de naam al doet vermoeden, niet vliegen, waardoor ze gevoelig zijn voor versnippering. De resultaten van de monitoring in het eerste jaar suggereren dat er iets meer loopkevers op dijkvakken van deelnemers aanwezig waren.
De loopkeverdiversiteit was in ronde 1 (begin juni) hoger bij deelnemers en in ronde 2 (half juli) hoger bij niet-deelnemers (Figuur 1). In ronde 1 was de gouden schallebijter de meest gevonden soort, in ronde 2 was dat de roodpoothalmkruiper, wat samenhangt met de levenscyclus van beide soorten en wanneer volwassen kevers uitkomen. De gouden schallebijter (Carabus auratus) werd het meest gezien bij deelnemers. De gouden schallebijter is een warmteminnende soort die weinig in de akkers gevonden wordt, maar typerend is voor zuidhellingen van dijken in het rivierengebied en Limburg. De soort is indicatief voor extensief beheerd cultuurlandschap en wordt in Noord-Nederland niet veel gezien. Op de slaperdijken krijgen ze echter de kans om hun levenscyclus te voltooien, zonder verstoring door grondbewerking.
Muizen voor muizeneters
In de zomer van 2020 zijn op slaperdijken muizensporen zoals holletjes en loopsporen geteld. In dijkvakken van deelnemers werd aanzienlijk meer muizenactiviteit waargenomen (Figuur 2). Daarmee lijkt het erop dat slaperdijken van deelnemers betere foerageerkansen bieden voor muizenetende roofvogels zoals torenvalk, blauwe kiekendief, ruigpootbuizerd en velduil. Uit eerder uitgevoerd zenderonderzoek aan ruigpootbuizerds wisten we al dat de slaperdijken voor deze fraaie wintergast erg belangrijk zijn.
Slaperdijken als broed- en foerageerhabitat voor akkervogels
In dijkvakken van deelnemers werden meer broedvogels waargenomen, terwijl bij niet-deelnemers meer foeragerende vogels werden gezien. De verschillen zijn echter relatief klein (Figuur 3). Het ligt voor de hand dat grondbroeders de voorkeur geven aan slaperdijken met hoge, dichte vegetatie om hun nest in te verstoppen, terwijl het gemakkelijker is om te foerageren in lagere, minder dichte vegetatie. Zeker als deze laatste worden begraasd door koeien of schapen, die met hun mest extra vliegende insecten aantrekken. Enkele soorten die op de slaperdijken hebben gebroed zijn roodborsttapuit, grasmus, gele kwikstaart, blauwborst, graspieper en bruine kiekendief. Spreeuw, graspieper en boerenzwaluw vormen de top drie van vogels die tijdens het broedseizoen geregeld van slaperdijken gebruikmaakten als foerageerhabitat.
Geliefde wintergasten en standvogels
Ook in de winterperiode zijn slaperdijken een gewild foerageergebied voor vogels. In de wintermaanden zijn 51 verschillende vogelsoorten op de slaperdijken gezien, waaronder veldleeuwerik, graspieper, putter, kramsvogel en ruigpootbuizerd. Een bijzondere waarneming was een grauwe gors in en rond een dijkvak in Oost-Groningen. Er werden hogere aantallen kleine zangvogels en roofvogels op dijken van deelnemers gezien. Ook blauwe kiekendief en velduil waren tijdens de tellingen op de slaperdijken aanwezig.
In deze pilot wordt onderzocht wat een natuurvriendelijk beheer van slaperdijken aan natuur- en landschapswaarden oplevert. De resultaten van het eerste jaar zijn dus slechts een eerste indicatie en het is daarom van belang om de monitoring meerdere jaren voor te zetten om uit te vinden of de gevonden verschillen structureel zijn en hoe natuurwaarden zich ontwikkelen over de tijd.
De pilot ‘Natuurrijke slaperdijken Groningen’ wordt financieel mogelijk gemaakt door het Waddenfonds, met cofinanciering van het Bettie Wiegman Fonds, de Tides Foundation, de Provincie Groningen en een particuliere gever.
Tekst: Yvonne Roelofs en Sylvia de Vries, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels; Jules Bos, Vogelbescherming Nederland; Hans Eilert, Landschapsbeheer Groningen
Foto’s: Rein Hofman; GKA