Heksen- en andere roodporieboleten
Nederlandse Mycologische VerenigingIn Nederland komen vele soorten boleten voor. Boleten zijn paddenstoelen die zich kenmerken door het hebben van een sponsachtige laag onder de hoed. Deze laag bestaat uit talloze dunne buisjes waarin de sporen gevormd worden. Deze buisjes monden uit in de poriën die onder de hoed zichtbaar zijn. Dit in tegenstelling tot de zogenaamde plaatjeszwammen, die onder de hoed lamelvormige 'plaatjes' hebben. Op een paar uitzonderingen na hebben alle boleten een symbiotische relatie met specifieke bomen die essentieel is voor het verkrijgen van hun nutriënten.
Boleten zijn populaire paddenstoelen, onder andere vanwege hun vaak fraaie verschijningsvormen en daardoor een geliefd object voor natuurfotografen. Ook vanwege hun culinaire kwaliteiten worden diverse boleten wereldwijd gewaardeerd. Het bekendste voorbeeld hiervan is ongetwijfeld eekhoorntjesbrood, dat door zijn robuuste, indrukwekkende omvang een opvallende verschijning is langs bospaden en lanen. In veel landen worden ze in het seizoen vers op de markt verkocht, maar ook in elke Nederlandse supermarkt liggen ze in gedroogde vorm in de schappen.
Determineren van (roodporie)boleten
Om te kunnen bepalen welke boletensoort je gevonden hebt, is het onder andere van belang om onder de hoed te kijken naar de kleur van de poriën. Die poriën kunnen allerlei kleuren hebben: geel, groen, grijs, wit, roze en ook oranje of rood. Volgens de huidige inzichten komen in Nederland elf boletensoorten voor die oranje of rode poriën kunnen hebben. Dit gemeenschappelijke kenmerk betekent echter niet dat ze ook allemaal tot hetzelfde geslacht behoren.
Een bekende groep is die van de heksenboleten. Daarvan onderscheiden we in Nederland vijf verschillende soorten, verdeeld over twee verschillende geslachten: Neoboletus en Suillelus. Daarnaast kennen we ook drie soorten uit het geslacht Rubroboletus, waartoe onder andere de Satansboleet behoort. Ook soorten uit de geslachten Imperator en Chalciporus bezitten roodachtige buisjes. Tenslotte willen we erop wijzen dat diverse boleten nog onder hun eerdere geslachtsnaam Boletus in de verspreidingsatlas voorkomen. De corresponderende Nederlandse soortnamen zijn echter dezelfde gebleven.
In het geval van de Peperboleet (Chalciporus piperatus) is het eenvoudig om deze soort op naam te brengen. Een klein stukje proeven verraadt hoe de Peperboleet zijn naam verkregen heeft: de smaak is scherp peperachtig. Het onderscheiden van de andere soorten is in het veld echter minder eenvoudig. Daarbij spelen factoren als het al dan niet hebben van een netwerk op de steel, de kleur en plaats op de steel, en de structuur ervan een grote rol. Ook het verkleuren van het vruchtvlees of de buisjeslaag en de mate van verkleuring zijn van belang. Naast deze factoren zijn er per soort of geslacht nog andere specifieke kenmerken die allemaal bepaald dienen te worden om te kunnen determineren om welke soort het gaat. Vaak is dat goed mogelijk, maar bij sommige soorten kunnen de uiterlijke kenmerken van sommige exemplaren zodanig overlappen dat uitsluitend met behulp van microscopie en DNA-onderzoek te bepalen valt welke soort het betreft.
Lezing
Tijdens een interactieve online lezing op 13 september 2021 zal Gerard Koopmanschap ingaan op al deze aspecten en na afloop beschikbaar zijn om vragen over dit onderwerp te beantwoorden.
Tekst: Gerard Koopmanschap, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Gerard Koopmanschap; Shane Marshall