Een wantsencollectie scannen vanaf de keukentafel
Naturalis Biodiversity Center"In april 2020 kwam vanuit het management de vraag of we thuiswerk konden organiseren voor mensen die noodgedwongen ‘duimendraaiend’ thuis zaten. In het grote aantal projectvoorstellen dat op de plank lag zijn we gaan zoeken en kwamen we onder andere uit bij het project Kaartensysteem Fokker", vertelt de Graaff. Het project richtte zich op de antieke systeemkaarten van wantsen. Als digitaliseringsproject was het ideaal om thuis aan te werken. Caspers: "Ik was aangenaam verrast toen ik hoorde dat dit project opgepakt zou worden. Dit is zo’n project dat altijd onderaan de stapel lag. Dat de kaarten nu zijn gedigitaliseerd betekent een enorme dataverrijking van de wantsencollectie."
Vanaf de keukentafel
"Dit project hebben we echt op stel en sprong georganiseerd. We hebben snel een projectplan geschreven en wat afspraken gemaakt. De scanners en systeemkaarten werden opgehaald bij Naturalis en vonden hun weg naar collega’s wonend in Amsterdam. Zij hebben vanaf ‘de keukentafel’ de 4264 antieke systeemkaarten de 21ste eeuw binnen gedigitaliseerd", legt de Graaff uit. Ondertussen werden de meer dan bereidwillige publieksbegeleiders en projectmedewerkers begeleid in het hoe en wat van het registreren. "Binnen een paar weken waren de eerste registratieformulieren ingevoerd. Het improviseren ging ons goed af", aldus de Graaff.
Wie is Fokker?
"A.J.F Fokker (1857-1929) was een bekende Nederlandse verzamelaar van voornamelijk Palearctische wantsen. In 1928 droeg hij zijn collectie over aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, de voorganger van Naturalis. De collectie vormt nu de ruggengraat van de huidige wantsencollectie van Naturalis", legt Caspers uit. Conservator entomologie H.C. Blöte is vanaf 1930 catalogi van de Nederlandse Hemiptera uit de collectie van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie gaan publiceren. Deze catalogi zijn grotendeels gebaseerd op het kaartensysteem van Fokker.
Ook materiaal dat in de tijd voor Fokker is verzameld is volgens deze systematiek gepubliceerd. "Maar we treffen ook nog steeds wantsen aan met alleen een catalogusnummer of met handgeschreven labels. Voor de verzamelgegevens moet ik dan het kaartsysteem erbij pakken. Nogal omslachtig. In dit project hebben we het kaartsysteem gedigitaliseerd en de data geregistreerd. Daarmee is de collectie doorzoekbaar. Daarnaast, die kaarten hebben niet het eeuwige leven, ze zijn kwetsbaar en de tekst vervaagt. Met de digitalisering hebben we de kaarten en daarmee de data van 28.794 records veiliggesteld voor de toekomst", aldus Caspers.
Om hoeveel records gaat het?
"Zoals altijd veel, 28.794. Veertien publieksbegeleiders en collectiemedewerkers hebben de kaarten in een paar maanden geregistreerd. Dat viel niet altijd mee. Het handschrift vormde een grote uitdaging, dat was soms echt puzzelen. Maar ook de familienamen hebben ons hoofdbrekens gekost. Inclusief afkortingen, toevoegingen en titels is het aantal varianten van een familienaam schier oneindig. Wat je allemaal niet kunt maken van ‘Dr. O.M. Schmiedeknecht’. In de laatste fase van het project hebben we de invoer geüniformeerd zodat het terugvindbaar is", vertelt de Graaff.
Caspers: "Dit project levert een schat aan informatie op, bijvoorbeeld over de verzamelaars in onze collectie en de gebieden waar vooral verzameld is. Veel wist ik nog niet. Bijvoorbeeld dat in de collectie ook wantsen van Eugène Dubois en van Von Siebold zitten. Of dat exemplaren uit de collectie gebruikt zijn voor de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam. En er is veel meer tropisch materiaal dan ik had verwacht, onder andere verzameld door Hasselt & Kuhl."
Wat levert dit project verder op?
"Ook onderzoekers profiteren van dit project. Naturalisonderzoekers Berend Aukema en Dick Hermes doen al jaren taxonomisch onderzoek naar Nederlandse wantsen. Daarnaast kijken ze naar de verspreiding en verschuivingen van wantsen in Nederland. Ze brengen om de zoveel jaar een verspreidingsatlas uit. Met onze omvangrijke collectie in combinatie met deze database hebben ze veel meer gegevens tot hun beschikking", eindigt Caspers.
Meer informatie
Benieuwd geworden naar de gehele digitale collectie van Naturalis? Via de Bioportal kun je snel bladeren door de online collectie van Naturalis.
Tekst: Dick de Graaff en Max Caspers, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Naturalis Biodiversity Center; Photographie Americaine