Mannetje meikever vergist zich en paart met ander mannetje
Hellingman Onderzoek en Advies, Wageningen UniversityMeikevers (Melolontha melolontha) vliegen talrijk in 2021. De eerste exemplaren zijn in maart gezien. Pas eind mei vlogen ze massaal. Uit de statistieken van Waarneming.nl is te lezen dat er meer zijn dan in voorgaande jaren. Ze waren wel later dan de voorgaande drie jaren.
Larven van de meikever heten engerlingen. Eitjes worden afgezet in de grond aan wortels van gras, (klein)fruit, struiken en sierplanten. In feite zijn het alleseters. Van ei tot kever duurt de ontwikkeling ongeveer drie jaar. Wanneer de omstandigheden niet gunstig zijn, kunnen ze er langer over doen. De engerlingen verpoppen in de grond, meestal aan het eind van de zomer. Dan blijven de kevers in de grond en wachten op een gunstig moment om uit te vliegen in het daaropvolgende jaar. Meikevers vormen een bron van voedsel voor allerlei dieren, waaronder vogels, vleermuizen en kikkers.
In het voorjaar wordt gepaard. Daarna zetten de vrouwtjes de eitjes af. De eitjes komen aan het einde van de zomer uit. Uit het grote aantal meikevers dat dit jaar is waargenomen kunnen we concluderen dat de meikevers niet geleden hebben onder de droogte van de afgelopen paar jaar.
Vergissing mannetje meikever die met een ander mannetje paart
Tijdens de vluchten zoeken de mannetjes de vrouwtjes op om met ze te paren. De mannetjes hebben grotere antennes die de geur van de vrouwtjes oppikken. Daarna volgt meestal een paring.
Zo ook twee mannetjes die het op een etend vrouwtje hebben voorzien. Terwijl het vrouwtje onverstoorbaar door eet proberen de mannetjes haar te bevruchten. Wat er gebeurt is wel opmerkelijk. Het tweede mannetje paart met het andere mannetje. Dat is duidelijk te zien in onderstaand filmpje. Het parende mannetje heeft de geur van het vrouwtje opgevangen maar de verkeerde 'afslag' genomen.
Mannetje meikever paart met concurrent (Bron: Silvia Hellingman)
Tekst: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies & Arnold van Vliet, Wageningen University
Foto’s en film: Silvia Hellingman