Plaatselijk veel engerlingen ondanks droogte 2018
De Natuurkalender, Hellingman Onderzoek en Advies, Wageningen UniversityDe omstandigheden voor meikevers (Melolontha melolontha) en rozenkevers (Phylloperta horticola) waren in het voorjaar uitstekend. Beide soorten vlogen massaal van mei tot medio juni. De meikever werd al rond de derde week van april gezien en was daarmee iets vroeger dan de rozenkever. In het voorjaar wordt er gepaard waarna de eitjes worden afgezet. De meikeverengerling heeft een ontwikkeling van drie jaar van ei tot kever. De eerste engerlingen van de meikevers (tweede en derde larvestadium) kunnen al in mei worden aangetroffen. Later in het seizoen komen de eitjes uit, meestal in augustus. Bij een normale temperatuurontwikkeling en neerslag zijn de eerst engerlingen van de rozenkevers vanaf de derde week van juli te vinden, maar de meerderheid in augustus.
Droogte en toch engerlingen, hoe kan dat?
Het was even spannend of de zeer droge omstandigheden een negatief effect zouden hebben op de overlevingskansen van de eitjes. Op dit moment zijn echter op veel locaties engerlingen van zowel de rozenkever als van de meikever te vinden. Ook de eitjes van de meikever hebben de droogte goed doorstaan getuige de vele jonge engerlingen die in de grond worden gevonden. Bij Biocontrole in Hazerswoude worden sinds juli dagelijks vanuit verschillende gemeenten engerlingen opgestuurd ter determinatie. Daarbij zitten naast engerlingen van de meikever en rozenkever ook veel eerste larvestadia van de junikever ( Amphimallon solstitialis) en in iets mindere mate engerlingen van de kleine julikever (Anomala dubia).
Film van engerlingen in droge grond (Bron: Silvia Hellingman)
De eitjes konden blijkbaar goed tegen de droogte. Een verklaring voor overleving van eitjes in droge grond is dat de eitje een laagje aanmaken die serosa wordt genoemd. Het is eigenlijk een soort huid die de eitjes tegen uitdroging beschermt. De eitjes absorberen in een korte periode water. Daarna is het eitje “potdicht”. Dat betekent dat het eitje geen water meer nodig heeft voor de ontwikkeling zodat de droogte van de afgelopen periode weinig tot nauwelijks effect heeft gehad op de ontwikkeling van engerlingen, ook niet op plekken waar niet gesproeid is. Rozenkevereitjes kunnen wel uitdrogen wanneer ze blootgesteld zijn aan de lucht of wanneer ze in een kurkdroge grond worden afgezet. In de vluchtperiode was de grond echter nog vochtig genoeg zodat ze mooi de dans zijn ontsprongen.
De engerlingen hebben op veel plekken lang op malse graswortels moeten wachten. De verwachting is dat ze zich in de komende periode sneller gaan ontwikkelen. Ze hebben nog maar beperkt de tijd om zich vol te vreten alvorens ze dieper in de grond gaan om in rusttoestand te gaan. De engerlingen van de meikever die nu in het derde larvestadium zitten zullen dit jaar nog gaan verpoppen en volgend voorjaar uitvliegen. De engerlingen in het eerste of tweede larvestadium zitten of die net overgegaan zijn naar het derde larvestadium zullen zeker tot oktober actief blijven. De snelheid van de ontwikkeling hangt sterk af van de ontwikkeling van de bodemtemperatuur. De rozenkevers hebben een cyclus van 1 jaar en zullen zich dit jaar nog vol vreten ook tot in oktober. Daarna gaan ze de diepte opzoeken. Ze verpoppen pas in het voorjaar en vliegen dan uit.
De droogte heeft derhalve nauwelijks invloed gehad op de ontwikkeling van de engerlingen. Hiermee wordt ook aangetoond hoe weerbaar de natuur is.
Tekst: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies, Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto’s en film: Silvia Hellingman