Raapzaad: symbool voor slecht bermbeheer
FLORONVan origine is Raapzaad een landbouwgewas waar oliën uit gewonnen kunnen worden. Al sinds lang tijd weet Raapzaad de akkers te ontvluchten en zich in de Nederlandse natuur te settelen. Vooral wegbermen zijn bij Raapzaad in trek en kunnen in het voorjaar prachtig goudgeel kleuren. Op soortgelijke plekken groeien ook Fluitenkruid, Grote brandnetel en Ridderzuring.
Bermen klepelen
Raapzaad groeit vooral in bermen op voedselrijke, verstoorde bodems. Dergelijke standplaatsen komen vooral voor in regio’s waar de bermen worden geklepeld: een maaivorm waarbij de vegetatie wordt gehakseld en de plantenresten niet afgevoerd worden maar in de berm blijven liggen. De voedselrijkdom in de bodem neemt hierdoor toe, de vegetatie verruigt en met enige regelmaat wordt de bodem ook nog eens beschadigd. Prima omstandigheden voor Grote brandnetel, Fluitenkruid en Raapzaad, maar voor veel andere flora en fauna funest.
Switch je van klepelen naar een meer ecologische vorm van bermbeheer, door bijvoorbeeld na het maaien het maaisel af te voeren, dan zullen Raapzaad en andere dominante ruigtekruiden geleidelijk verdwijnen. Daardoor maken ze plaats voor een meer gevarieerde vegetatie en de daarbij horende fauna.
Trend
Sinds 1985 is Raapzaad sterk toegenomen in Nederland. Ook recent zien we Raapzaad op steeds meer plekken verschijnen. De steeds warmer wordende zomers lijken hier mede oorzaak van te zijn. Langdurige droogte kan ervoor zorgen dat veel grassen afsterven. De open plekken die ontstaan kunnen weer door andere soorten worden ingenomen, vooral eenjarigen profiteren. In voedselrijke bermen en dijkhellingen is het één- of tweejarige Raapzaad er vaak als een van de eersten bij.
Lees ook: ‘Klepelen helpt onze bermen naar de knoppen’ en Determinatiehulp Koolzaad, Raapzaad en verwante kruisbloemigen (pdf; 318 KB).
Tekst: Stef van Walsum, FLORON
Foto's: Stef van Walsum; Adrie van Heerden