Bouwstenen voor natuur in gemeentelijk omgevingsplan
Provincie Zuid-HollandNatuur houdt zich niet aan grenzen: niet alleen in natuurgebieden, maar ook in bebouwd en stedelijk gebied is een grote verscheidenheid aan planten en dieren te vinden. Met unieke soorten die zich hebben aangepast of zelfs afhankelijk zijn van deze omgeving. Met de druk op de ruimte in Zuid-Holland wil de provincie niet alleen werken aan de bouwopgaven die er liggen, maar tegelijkertijd ook deze natuur versterken. Dat gaat namelijk uitstekend samen, waarmee een prettige leefomgeving voor mens, plant en dier ontstaat. Maar hoe werkt dat dan? Door vanaf het eerste moment biodiversiteit te betrekken bij het maken van beleid. Dus niet alleen deze plannen achteraf te toetsen aan de Wet natuurbescherming. Om de gemeenten daarbij te helpen heeft de provincie Zuid-Holland bouwstenen laten ontwikkelen waarmee zowel grote als kleinere gemeenten de biodiversiteit een goede impuls kunnen geven bij het opstellen van het gemeentelijk omgevingsplan, de opvolger van het bestemmingsplan.
Urgentie
Wereldwijd staat de biodiversiteit onder druk. De oorzaak hiervoor is onder andere veranderend gebruik van land en water, klimaatverandering en vervuiling. Ook de biodiversiteit in de provincie Zuid-Holland is kwetsbaar. Daar kunnen en willen we graag iets aan doen. Met behulp van de veertig icoonsoorten werken we aan behoud en versterking van de Zuid-Hollandse biodiversiteit. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol. De komst van de Omgevingswet geeft een kans om biodiversiteit als belangrijke omgevingswaarde te verankeren in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Samen kunnen we ons zo sterk maken voor de biodiversiteit en werken aan een gezonde, aantrekkelijke en klimaatbestendige leefomgeving.
Vier thema’s
Met het rapport Bouwstenen biodiversiteit voor in het omgevingsplan (pdf; 21,0 MB) heeft de provincie Zuid-Holland een praktische handreiking voor gemeenten laten opstellen door Bureau Stadsnatuur. Aan de hand van vier thema’s kunnen belangrijke natuurmaatregelen in het omgevingsplan worden geborgd en krijgen de icoonsoorten van Zuid-Holland een duwtje in de rug. De voorbeeldartikelen in de rapportage zijn in lijn met het casco van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en sluiten hier naadloos op aan. Deze thema's lenen zich goed om via het omgevingsplan in beleid te worden gevat:
- Bomenlanen zijn belangrijke structuren in het stedelijk gebied. Ze zorgen voor schaduw, verkoeling, opvang van CO2 en een visueel aantrekkelijke omgeving die ook voor fietsroutes tussen stad en buitengebied goede begeleiders kunnen zijn. Bomenlanen zijn voor veel diersoorten van belang als vliegroutes. Maar ook bieden deze bomen, net als solitaire bomen, schuilplekken, voedsel en nestgelegenheid.
- Een groenblauw netwerk verbindt gebieden, mensen en dieren. Met een dergelijk netwerk ontstaat robuustheid en veerkracht: soorten kunnen zich verplaatsen en populaties zijn met elkaar verbonden. Een goed netwerk verlaagt de kwetsbaarheid van het ecosysteem. Dit geldt niet alleen voor verbindingen tussen natuurgebieden, maar ook voor verbindingen van het buitengebied met het groen/water in de bebouwde kom. Een gemeentelijk groenblauw netwerk zorgt dat bewoners natuur dicht bij huis kunnen beleven en ruimte hebben voor ontspanning. Naast de waarde voor de biodiversiteit heeft het een positief effect op de gezondheid en geeft het kinderen de kans te kunnen spelen in het groen.
- Natuurinclusief bouwen is de toekomst. Voor een leefbare woonomgeving moet zowel rekening worden gehouden met de eisen van mensen als die van flora en fauna. Zo ontstaat een samenwerkingsvoordeel dat kan bijdragen aan duurzame populaties van stedelijke soorten. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van vogel- en vleermuisvriendelijke dakpannen of het aanbrengen van gevelbeplanting. Veel ontwikkelaars zijn op deze nieuwe manier al bezig de stad natuurinclusief te maken. Gemeenten kunnen hier via het omgevingsplan verder op aansturen.
- Ook wordt het thema lichthinder behandeld. Zeker in de Randstad is dit een belangrijk thema: waar kan het nog donker zijn? Te veel nachtelijke verlichting is schadelijk voor zowel mensen als dieren, dus moet de intensiteit worden afgestemd op de situatie; licht waar het nodig is en donkerder waar het kan. Er ligt nu een mooie kans om dit thema in de omgevingsvisie en het omgevingsplan op te nemen.
Het rapport slaat een brug tussen de (stads)ecologen en beleidsmakers die aan de slag zijn met de Omgevingswet. Het geeft voorbeeldregels voor het verankeren van natuurbeleid in het omgevingsplan en bouwstenen voor een programma ten behoeve van stadsnatuur. Aan de hand van de stedelijke icoonsoorten komen verschillende elementen van de fysieke leefomgeving aan bod. Dit is dé kans om biodiversiteit integraal op te nemen in de lokale regelgeving en te verbinden aan de vele beleidsvelden die hier raakvlakken mee hebben. Om een goede afweging te maken tussen alle belangen en opgaven waar we voor staan als overheden. Laat je daarom inspireren door deze praktische handreiking. Dit is hét moment om de natuur in en rond de bebouwde kom een extra stimulans te geven!
Meer informatie
- Rapport Bouwstenen biodiversiteit voor in het omgevingsplan (pdf; 21,0 MB)
Tekst: Kees van der Vlugt, provincie Zuid-Holland en Bureau Stadsnatuur
Foto's: Niels de Zwarte; Garry Bakker