Stand van de broedvogels samengevat
Sovon Vogelonderzoek NederlandDe ontwikkelingen zijn tot en met 2019 samengevat. Dat jaar volgde op een zachte winter met warmterecords. Dat was te merken aan de opleving van vorstgevoelige soorten. De ijsvogelpopulatie was in het voorgaande jaar door een koudegolf gehalveerd, maar kon nu weer herstellen (dat ging tot de koudeperiode begin 2021 goed, maar ook nu is de populatie vermoedelijk weer minstens gehalveerd). Ook de vuurgoudhaan leek te profiteren van de milde winter en zet zijn recente opmars voort.
De lente en zomer van 2019 waren droog en warm en werden getekend door maar liefst drie extreme hittegolven met temperaturen boven de 40 graden Celsius. Die extreme warmte tijdens de zomer had vermoedelijk een negatief effect op het broedsucces van de gierzwaluw, die beter gedijt bij gematigde weersomstandigheden. De grauwe klauwier deed het daarentegen juist erg goed, mede dankzij de warme zomer, waardoor veel jongen konden opgroeien.
Natura 2000-soorten in het nauw
Nederland telt bijna tachtig Natura 2000-gebieden met instandhoudingsdoelstellingen voor (broed)vogels. In een deel van die gebieden wordt minstens de helft van de doelen voor broedvogels gehaald, zoals de Veluwe en Nieuwkoopse Plassen. Vooral nachtzwaluw, draaihals, zwartkopmeeuw en grote zilverreiger doen het goed in de Natura 2000-gebieden.
In de meeste gebieden ging het echter niet zo goed met de broedvogelbevolking. Zo werd in 45 gebieden voor de helft van de broedvogels de instandhoudingsdoelstellingen niet gehaald. Daarnaast bereikten enkele soorten in geen enkel gebied het streefgetal. Dit gold onder andere voor grote karekiet, blauwe kiekendief, bontbekplevier, kluut en grote stern.
Bijzondere broedgevallen
Op de nog jonge Marker Wadden kwamen een aantal bijzondere broedgevallen voor. De bonte strandloper en dwergmeeuw nestelden er. Er was zelfs een primeur voor ons land: een succesvol broedgeval van de ijseend. In Groningen vond de tweede succesvolle broedpoging van een paar steppekiekendieven plaats en de visarenden in de Biesbosch brachten ook weer jongen groot, waarmee het totaal uitgevlogen jongen over de afgelopen jaren op twaalf kwam. Na een aantal slechte jaren had de blauwe kiekendief met dertien paar weer een kleine opleving.
De grote bonte specht
Een van de soorten die het in Nederland voor de wind gaat, is de grote bonte specht. De aantallen zijn sinds 1990 bijna verdubbeld en in sommige gebieden zelfs verzevenvoudigd, zoals in het boerenland van Laag-Nederland. Uitbreiding van het bos en verstruweling van open gebieden dragen hier aan bij; er komen meer bomen om een nesthol in te hakken. De projecten Constant Effort Sites (CES) en Nestkaarten helpen de aantalsontwikkeling te verklaren. Uit de 272 nesten die werden doorgegeven, blijkt dat 69 procent van de spechtennesten succesvol is, met gemiddeld 3,6 jongen per nest. Daarnaast lijkt de overlevingskans van de grote bonte specht behoorlijk te zijn toegenomen, waardoor een steeds groter deel van de vogels tot broeden kan komen.
Duizenden uren telinspanning
We hebben deze inzichten over de Nederlandse broedvogels kunnen krijgen door de inspanning van meer dan drieduizend vrijwilligers. Die willen we daarom graag bedanken!
Meer informatie
- Rapport Broedvogels in Nederland in 2019 (pdf; 8,9 MB)
Tekst: Marwa Kavelaars en Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Afbeeldingen: Harvey van Diek (leadfoto: grote bonte specht); Elwin van der Kolk; Romke Kleefstra
Tabel: Sovon Vogelonderzoek Nederland