Groene Held Ruud van Cuijk - eenmalig gebruik

Ruud zet politievaardigheden nu in voor natuur

Provincie Noord-Brabant
15-FEB-2021 - Geef Ruud van Cuijk een hint en hij praat honderduit over wat hij meemaakt tijdens zijn bijna dagelijkse tochten langs bos en veld. Maar de lijst met werkzaamheden voor met name de natuurvereniging in zijn woonplaats Reusel is dan ook even omvangrijk als ontzagwekkend. Dat de 68-jarige daarin soms een vleugje opvoedkunde verwerkt, verraadt zijn achtergrond bij de politie.

Als kind ving hij bij zijn huis in Berghem vogeltjes. Een kolenzeef met een stokje eronder fungeerde als val en zelf zat Ruud met het touwtje in zijn hand verscholen in het kippenhok. Wist hij veel dat hij later als veldwachter achter stropers aan zou gaan. Het was ook in de velden nabij zijn ouderlijke woning – inmiddels zijn die verdrongen door de industrie van Oss-Oost – dat de knaap zijn eerste klucht patrijzen zag. Nu beheert Ruud een patrijzenproject met een zeventien hectare tellende biotoop waar de vogels prima gedijen.

Zijn liefde voor de natuur zat er dus al vroeg in. Op zondag met het gezin wandelen in het bos. Vissen langs de Bergsche Maas of Hertogswetering. “En ja, dan vond je weleens een nestje fazanten. Dat ging dan mee naar huis, voor onze volière.” Uiteindelijk maakte hij er zijn beroep van. Omdat het veldwerk hem interesseerde, én met een basiskennis van flora en fauna, kwam Ruud begin jaren zeventig terecht bij een detachement van de veldpolitie in Zundert. Dat was het hele jaar door zoet met het beteugelen van de stroperij. “Door de grote gezinnen in Brabant was dit een veel beoefende hobby. Mijn grootvader is er nog voor gepakt. Die moest twee weken in hechtenis.”

Hennepbestrijding

Maar de gezinnen werden kleiner, veldwerk kreeg steeds minder prioriteit en na de reorganisatie van de politie in 1994 was het hiermee volgens hem gedaan. “Omdat ik al werkte met speurhonden, heb ik me daarin gespecialiseerd: het opsporen van mensen en verdovende middelen. Dat heb ik tot 2004 gedaan. Toen deed het lichaam niet meer wat ik wilde en kwam ik weer in het ‘groen’ terecht: hennepbestrijding.” Vier jaar geleden ging hij als brigadier met pensioen. “Nu gebruik ik die vaardigheden om de vereniging en Brabants Landschap vooruit te helpen.”

‘De vereniging’, dat is Natuur- en (weide)vogelvereniging Reusel-De Mierden. In Reusel was hij in 1983 terechtgekomen door zijn werk. “Bij toeval, ik ben gaan wonen waar ik snel een huis kon krijgen.” Ruud zou er nooit spijt van krijgen. Nog vrijwel dagelijks geniet hij er van de natuurpracht, op de hoge zandgronden van de provincie. Het Brabantse Zandpad, vooral het oude, kan hem mateloos boeien. “Je moet het weten te vinden. Maar dan zie je ook een geweldige biodiversiteit, met bloemen, vlinders en wilde bijen die daar hun voedsel vinden.”

Goud waard

Voor de vereniging is hij goud waard, in diverse coördinerende functies. Dat varieert van het veiligstellen van nesten van weidevogels als de kievit, wulp en grutto tot aan het onderhouden van de 58 poelen in zijn gemeente. “Die moeten schoongehouden worden en we monitoren wat er in en omheen zit. Daar heb ik ook een vergunning voor, want wettelijk mag je uit zo’n poel niet zomaar salamanders of libellenlarven scheppen.” Met subsidie van Brabants Landschap kan Ruud bovendien iemand uit het dorp inschakelen, om met een kraan het groot onderhoud van vijf poelen te doen.

Ruud van Cuijk bij een van de 58 poelen in ReuselZodra het weidevogelseizoen op zijn einde loopt, beginnen voor hem de controles en het onderhoud van de uilenkasten. Kasten – deze worden in eigen beheer gebouwd – zijn inmiddels ook te vinden bij het plaatselijks sportcomplex. Daar is een project gestart met het kweken van spreeuwen. Deze zorgen voor een natuurlijke ongediertebestrijding op de sportvelden, die daarvoor niet meer langer met een chemisch goedje hoeven te worden bespoten. Tevens is Ruud betrokken bij projecten voor de gierzwaluw, erfvogels en de eerdergenoemde patrijzen. O ja, hij onderhoudt ook de website en Facebookpagina van de vereniging.

Landschapsbeheer

Maar ook de betrokkenheid in het dorp is groot. De Reuselnaar ziet tot zijn genoegen dat behalve de natuur ook de natuurvereniging groeit en bloeit. “Die is begonnen als weidevogelvereniging, maar we doen intussen ook aan landschapsbeheer en pakken er steeds meer bij. Zo zijn we gestart met het monitoren van vogels op de natuurbegraafplaats De Utrecht en de golfbaan in Esbeek. Dat levert ons geld op, omdat het voor zo’n exploitant een verplicht onderdeel van het terreinbeheer is. Ik pik daar dan trouwens ook maar meteen de telling van hagedissen en libellen bij de poelen mee.”

Maar de drukste tijd voor de natuurvrijwilliger staat nu voor de deur, met de start van het voorjaar en broedseizoen. Ruud is eveneens coördinator voor het Beleven, een natuurgebied van Brabants Landschap op de grens met België. “We sporen er de reekalfjes op. Die worden door de geit in het hoge gras gelegd en blijven daar liggen tot ze gezoogd worden. Hier zetten we dan een bamboestok bij, ten teken dat de boer daar weg moet blijven. Die mag er sowieso pas na 15 juni gaan maaien.”

Koninklijke onderscheiding

In 2019 kreeg hij een koninklijke onderscheiding. Maar niet eens zozeer voor de bergen werk die hij in de natuur verzet. Ruud stak namelijk ook nog 25 jaar lang zijn ziel en zaligheid in de Stichting Jeugdbelangen Reusel, die onder meer de jeugdvakantieweken organiseert. Toen zijn leeftijd te zwaar op die functie ging drukken, zocht hij iets anders en kwam de natuurvereniging op zijn pad.

“Maar ik ben en blijf een ‘jeugdman’. Voor groep 8 van de basisscholen in Reusel verzorgen we met onze vereniging en een kinderopvang een natuurdag. Bij een poel mogen ze kikkers en salamanders scheppen, ze kunnen uilenballen uitpluizen en we gaan het bos in om bomen te benoemen aan de hand van takken en bladeren.” Leerlingen van de middelbare school in Bladel kunnen hun maatschappelijke stage vervullen door mee te helpen bij het onderhoud van poelen en heidevelden.

Zijn passie voor de natuur doorgeven aan een nieuwe generatie en aan het nageslacht, dat is voor hem de ultieme drijfveer. “Ik heb vier kleinzoons en de oudste is al met me mee geweest. Die weet hoe de eieren in een kievitsnest liggen.”    

Tekst: Tim Durlinger, provincie Noord-Brabant
Foto's: Marc Bolsius, provincie Noord-Brabant