Je vangt meer vlinders met stroop dan met azijn
De VlinderstichtingVoor de dagvlinders is het seizoen zo’n beetje over. Er zijn zeker nog wel vlinders als kleine vuurvlinder, icarusblauwtje en oranje luzernevlinder en ook de vlinderoverwinteraars als dagpauwoog en kleine vos komen nog wel eens tevoorschijn om nog even op zoek te gaan naar nectar, maar nieuwe soorten verschijnen er niet meer. Bij nachtvlinders is dat anders. In september en oktober zijn er heel wat soorten voor het eerst te zien. Een hele goede manier om die te zien te krijgen is door te stropen of smeren. Dat houdt in dat je een zoete, flink geurende stof op bomen smeert. Dat gaat om plekjes van vijf bij tien centimeter. De geur verspreidt zich en vanuit de omgeving worden nachtvlinders naar die plek gelokt. Stropen kun je het hele jaar door doen, maar het is vooral effectief als er verder niet veel te halen is. Als er veel bloeiende planten zijn, zoals in voorjaar en voorzomer, dan zie je niet veel vlinders op je stroop, maar nu, in het najaar is dat een erg succesvolle activiteit.
Nu komen de herfstuilen tevoorschijn, die vooral in september en oktober actief zijn en, afhankelijk van de omstandigheden, nog tot ver in november. De bruine herfstuil is één van de meest wijdverbreide en kun je overal in Nederland wel vinden. Andere herfstuilen die je nu kunt zien, zijn de variabele herfstuil en de grijze herfstuil, maar deze zijn minder verspreid in Nederland te vinden. De variabele is vooral op kleigronden aanwezig en die vind je bijvoorbeeld in het rivierengebied, maar ook in Groningen en in Limburg. De grijze herfstuil is meer een soort van de hogere zandgronden. Een ander groep uilen die juist nu actief is en wordt, zijn de gouduilen. De essengouduil is één van de eerste, die is nu al zo’n beetje uitgevlogen, maar wilgengouduil, iepengouduil en populierengouduil zijn er ook in oktober nog volop. Eén van de opvallendste is de felgekeurde wilgengouduil. Prachtig heldergeel met een bruine tekening. De wilgengouduil is overal te vinden waar de waardplanten aanwezig zijn. Wilgen en populieren zijn waardplant en die komen overal voor.
Meer informatie
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting