Culex pipiens gewone huissteekmug vrouwtje

Tussenstand mate van muggenoverlast – Meer overlast tijdens warme periode

Muggenradar, Wageningen University
31-AUG-2020 - Tijdens de recente zeer warme periode verdubbelde het aantal mensen dat muggenoverlast had van 30 procent naar 60 procent. Dat blijkt uit ruim 1700 waarnemingen die via Muggenradar.nl werden doorgegeven. In Friesland is de gemiddelde overlast tot nu toe het hoogst. 75 procent van de deelnemers geeft aan maatregelen te nemen om muggenoverlast te voorkomen. Het zomeronderzoek loopt tot 21 september.

Op 20 juli 2020 is vanuit Wageningen University & Research een nieuw Muggenradaronderzoek gelanceerd. Abonnees van de Nature Today-nieuwsbrief worden wekelijks gevraagd om de door hen ervaren muggenoverlast van het voorgaande weekend door te geven via Muggenradar.nl. De opties zijn: Geen overlast, Een beetje overlast, Veel overlast of Heel veel overlast. In de periode van 20 juli tot en met 25 augustus zijn er vanuit het hele land ruim 1700 meldingen gerapporteerd via Muggenradar.nl. Figuur 1 geeft aan waar welke mate van muggenoverlast werd ervaren. Over de hele periode bezien was de gemiddelde overlast in Friesland het hoogst gevolgd door Groningen en Noord-Brabant. Drenthe, Limburg en Flevoland hadden de laagste gemiddelde muggenoverlast.

Figuur 1: Overzicht van de meldingen van overlast door steekmuggen gedurende de periode van 20 juli tot en met 27 augustus

Verdubbeling van aantal mensen met muggenoverlast

Gedurende de eerste helft van het onderzoek nam het percentage van de meldingen waarin sprake was van een beetje tot heel veel overlast aanzienlijk toe. Op 20 juli gaf ongeveer 30 procent van de deelnemers aan dat ze muggenoverlast hadden. Halverwege augustus was dit percentage gestegen naar zo’n 60 procent (zie Figuur 2). De grootste toename in het relatieve aantal meldingen van ‘een beetje overlast’ naar ‘veel overlast’ vond plaats tussen 27 juli en 3 augustus. We vermoeden dat deze toename in overlast samenhangt met veranderingen in het weer (Figuur 3). Aan het eind van juli steeg de dag- en nachttemperatuur, waarna een meer dan twee weken durende hittegolf volgde (5 tot en met 17 augustus 2020). Hierna nam het relatieve aantal van overlastmeldingen weer af. Doordat muggen koudbloedige dieren zijn, heeft de temperatuur een sterke invloed op hun activiteit. Bovendien zorgden de warme nachten er waarschijnlijk voor dat veel mensen met hun ramen open sliepen, waardoor het voor muggen gemakkelijker werd om naar binnen te vliegen en op zoek te gaan naar een bloedmaal. Daarnaast zorgen hogere temperaturen ervoor dat de larven van steekmuggen zich sneller ontwikkelen tot volwassen mug, met uiteindelijk grotere populaties tot gevolg.

Figuur 2: Verloop van de percentages van overlastmeldingen per week, vanaf 20 juli tot en met 25 augustus

Figuur 3: Gemiddelde overlast (met standaarderror) en de gemiddelde temperatuur per week, vanaf 20 juli (week 30) tot en met 25 augustus (week 35)

10 procent ruimt broedplaatsen op

Ook het aantal beschikbare broedplaatsen kan van invloed zijn op steekmugaantallen. Deze broedplaatsen bestaan voornamelijk uit voorwerpen waar langere tijd water in blijft staan, zoals regentonnen, bloempotten en emmers. In deze broedplaatsen zijn doorgaans geen natuurlijke vijanden van steekmuggen te vinden, waardoor de larven zich kunnen ontwikkelen tot volwassen steekmuggen. In regentonnen kan de muggenlarvendichtheid oplopen tot een paar honderd individuen per liter water. Het is dus raadzaam om deze broedplaatsen eens in de twee weken leeg te gooien om te voorkomen dat de muggenlarven tot steekmug uitgroeien. Van alle deelnemers geeft echter maar tien procent aan dat ze mogelijke broedplaatsen rondom het huis opruimen. In totaal geeft driekwart van de deelnemers aan dat ze maatregelen nemen om muggenoverlast te voorkomen. Bijna een derde van de deelnemers heeft horren voor ramen en deuren geplaatst. Twaalf procent brengt anti-muggenmiddelen op de huid aan en zes procent slaapt onder een klamboe.

Links: Een regenton in de tuin kan dienen als mogelijke broedplaats voor steekmuggen. Rechts: Een eipakketje, vermoedelijk van de gewone huissteekmug, Culex pipiens

Vervolg van het onderzoek

Zodra het muggenseizoen verstreken is, zullen aanvullende analyses op de verzamelde gegevens uit Muggenradar worden gedaan. Zo zal er onder andere gekeken worden naar eventuele verschillen tussen regio’s. Er wordt namelijk vermoed dat de mate van verstedelijking samenhangt met door mensen ervaren overlast. Daarnaast is het nog onbekend of de gerapporteerde overlastmeldingen daadwerkelijk overeenkomen met de muggenaantallen die in het veld te vinden zijn. Om deze reden zullen de gegevens uit Muggenradar vergeleken worden met muggenvangsten in het veld, welke in samenwerking met het NIOO en de Universiteit Leiden worden gedaan.

Om bovenstaande vraagstukken te beantwoorden zijn echter nog meer gegevens nodig. Het Muggenradar-onderzoek loopt nog door tot 21 september. Uw hulp is hierbij hard nodig. U kunt de mate van de door u ervaren muggenoverlast doorgeven via Muggenradar.nl. Als u geen overlast hebt ervaren, zijn uw meldingen ook zeer welkom. Ook na 21 september kunt u de door u ervaren overlast nog melden.

Tekst: Rody Blom, Arnold van Vliet en Sander Koenraadt, Muggenradar.nl, Wageningen University & Research
Foto's: Muggenradar.nl, Sander Koenraadt, Hans Smid (leadfoto: gewone huissteekmug)