Plakstrips en folie ongewenst als bestrijding van de eikenprocessierups
Kenniscentrum EikenprocessierupsDe afgelopen weken is er in de strijd tegen de overlast van de eikenprocessierups een rage ontstaan waarbij eikenbomen worden omwikkeld met folie, al dan niet in combinatie met plakstrips. Vooral het aanbrengen van die plakstrips doet meer kwaad dan goed. Entomoloog Rob Westerduijn heeft maar liefst meer dan honderd insecten gedetermineerd die vastgeplakt zaten op een stuk huishoudfolie voorzien van een lijmband. Hieronder staan enkele foto’s van insecten die op de folie zaten vastgeplakt en langzaam dood gingen. Het bizarre was dat het doelwit – de eikenprocessierupsen – achter de folie zat en niet vastgeplakt bovenop de folie.
Welke soorten insecten op de lijmvallen gevangen worden, is sterk afhankelijk van de regio. Het blijft echter een gegeven dat de plakstrips niet selectief werken en dan ook meer kwaad dan goed doen. Ook veel natuurlijke vijanden van de eikenprocessierupsen, zoals de kleine poppenrover (in deze tijd van het jaar actief), kunnen vastgeplakt raken, net zoals ook sluipvliegen, sluipwespen en mieren. Naast insecten kunnen ook vogels en vleermuizen vast komen te zitten op de strips.
Gedrag eikenprocessierupsen met stress
Zonder verstoring zijn de eikenprocessierupsen rustige insecten. Ze hebben voorop in de processie een leider die bepaalt waar de andere rupsen in processie heen gaan. Verstoring van de processie leidt tot stress onder de rupsen. Bij een plakstrip komt de leider als eerste op de lijm vast te zitten, waardoor het contact met de andere rupsen verbroken wordt. Dan ontstaat stress onder de rupsen, waarbij ze massaal hun brandharen af zullen schieten als verdediging. Daarom wordt gebruik van plakstrips als middel tegen de eikenprocessierupsen zeer sterk afgeraden. Het veroorzaakt verwaaiing van brandharen in de directe omgeving, waardoor mensen ongewenst blootgesteld kunnen worden aan deze brandharen met alle negatieve gezondheidsgevolgen.
We meten jaarlijks hoe groot de rupsen zijn. We meten ook de leider om ze te vergelijken met de rest van groep. In de onderstaande film is te zien hoe de andere rupsen reageren als de leider wordt weggenomen. Ze schudden heen en weer waardoor hun brandharen worden afgeschoten. Daarnaast gebeurt het wel eens dat de rupsen uit de bomen waaien. Ook dan ontstaat er stress bij de rupsen. Het kan lang duren totdat er een nieuwe leider is waarna de rust wederkeert.
Gedrag van eikenprocessierupsen die gestrest zijn (Bron: Silvia Hellingman)
Plastic folie om de processie te onderbreken
Het gebruik van plastic folie weerhoudt de rupsen er niet van om hun weg te vervolgen. Ze lopen moeiteloos over het plastic. We zien al jaren dat ze langs een spinseldraad die ze zelf maken over de waarschuwingslinten (eveneens van plastic) lopen en zelfs achter of boven de linten hun nesten bouwen. Daarnaast bestaat de kans dat vogels plastic binnen krijgen als ze rupsen achter de folie willen opeten.
Ook bestaat de kans dat de folie loslaat en in de directe omgeving verwaait. Dat is verre van duurzaam en leidt tot onnodig gebruik van plastic. Ook kan een loslatende folie op een auto terechtkomen en een schrikreactie bij de automobilist veroorzaken, met een mogelijk ongeluk tot gevolg.
Tenslotte klopt de basisgedachte dat de folie en plakstrips eikenprocessierupsen tegen zouden houden al niet. De eitjes van de rups worden namelijk vooral op de jonge takken boven in de boom afgezet. Voor het grootste gedeelte van de tijd verblijven de eikenprocessierupsen boven in de boom. De gedachte van de folie en strips is dat het voorkomt dat de rupsen in de boom klimmen. Als het al zou werken dan zorgt het er juist voor dat de rupsen in de boom zullen blijven. Het is dus zeker geen natuurvriendelijk alternatief in de bestrijding en beheersing van de overlast van de eikenprocessierups.
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet & Hidde Hofhuis; Wageningen University; Henry Kuppen, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Rob Westerduijn; Silvia Hellingman
Film: Silvia Hellingman