Kruisspin wederom meest geteld tijdens spinnentelling

EIS Kenniscentrum Insecten
15-SEP-2019 - Vorig weekend was de nationale ‘Huis- en Tuinspinnentelling 2019’. Voor de zevende keer is de kruisspin de winnaar. Deze soort werd zowel in de meeste tuinen geteld, als ook met het hoogste aantal exemplaren gezien. De grote trilspin en de venstersectorspin namen de tweede en derde plaats in. De herfstspin is de opvallendste daler in de tuinranglijst.

Op 7 en 8 september werd de jaarlijkse spinnentelling gehouden. Men ging hiervoor op zoek naar de spinnen in eigen huis en tuin. Op de website Tuintelling.nl werden de tellingen ingevoerd.

Top tien

Top 10 van getelde spinnen, gerangschikt naar aantal tuinen waarin ze geteld zijn

Ook dit jaar heeft de kruisspin gewonnen: er werden in totaal 460 exemplaren in 75 tuinen geteld. De tweede plaats was voor de grote trilspin: deze werd op meer dan de helft van de telplekken aangetroffen. Als derde volgde de venstersectorspin.

De tellingen van de afgelopen zeven jaar laten geen spinnen zien die aan een opvallende opmars bezig zijn. De top tien is min of meer stabiel en bestaat onder andere uit algemene soorten die op veel plekken hun web kunnen maken, zoals de herfsthangmatspin, gewone strekspin en natuurlijk de kruisspin. Daarnaast worden veel soorten gezien die vaak in de omgeving van huismuren leven – zoals muurkaardespin, gewone huisspin en venstersectorspin – omdat ze juist hier hun webben willen maken. Deze soorten schuilen in muurgaatjes of onder dakranden onder andere omdat het er wat warmer is. Op termijn is het te verwachten dat zuidelijke soorten en misschien wel enkele exotische spinnen, die nu voornamelijk nog in gebouwen leven, in grotere aantallen gaan voorkomen.

Dalers

Herfstspin

Binnen de vaak getelde soorten, is er wel een opvallende daler in de tuinranglijst: de herfstspin lijkt steeds schaarser te worden. Deze soort stond tot nu toe altijd wel in de hoogste regionen van de uitslag. Zo kwam ze in 2017 in bijna veertig procent van de tuinen voor, in 2018 in een kwart van de tuinen, en dit jaar in nog geen negen procent van de getelde tuinen.

Het gemiddelde aantal totaal getelde spinnen per tuin wordt ook steeds kleiner. Vanaf 2015 wordt de spinnentelling via de Jaarrond Tuintelling georganiseerd. In 2015 werden er gemiddeld veertig spinnen per tuin geteld, in 2016 en 2017 gemiddeld ongeveer dertig, in 2018 was dit circa 22, en dit jaar zelfs net geen 17. Vanzelfsprekend wordt dit effect grotendeels bepaald door de meest getelde soort: de kruisspin wordt steeds minder aangetroffen.

Het aantal tellers en de plekken waar zij tellen varieert flink per jaar, waardoor de uitkomsten niet zomaar te vergelijken of analyseren zijn. We hopen dat de spinnentelling nog vele malen zal plaatsvinden en dat globale trends daarmee duidelijker worden. Daarnaast zullen gerichtere onderzoeken – bijvoorbeeld aan jaarritmes, relaties met prooidieren en effecten van klimaatverandering en droogte – nodig zijn om veranderingen in de spinnenfauna in stedelijk gebied vast te leggen en te verklaren.

Tellen in de tuin

Een opvallende andere daler is helaas de groep waarnemers. Er is dit jaar maar in 102 tuinen geteld: het laagste aantal deelnemers van de afgelopen vijf jaar. We hopen dat er de volgende keren weer meer mensen meedoen. De Jaarrond Tuintelling probeert om de soorten in tuinen beter in beeld te krijgen door met zoveel mogelijk mensen het hele jaar door te tellen. Wat leeft daar? Welke ontwikkelingen zijn er in de tuinnatuur te zien? Door mee te doen helpt u op een leuke manier mee met het verzamelen van deze kennis.

Tekst & foto’s: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten
Figuur: Jaarrond Tuintelling