Scheefbloemwitje al bijna in heel Nederland
De VlinderstichtingIn Duitsland zat het scheefbloemwitje sinds 2010 al behoorlijk in de lift. De vlinder werd in 2015 voor het eerst waargenomen in Nederland op de Sint-Pietersberg en bij Posterholt. In het voorjaar van 2016 werden zowel volwassen exemplaren als rupsjes gevonden, opnieuw bij Posterholt. Vervolgens koloniseerde het scheefbloemwitje in 2016 elk dorp in het heuvelland in Zuid-Limburg. In de jaren daarna zette de opmars zich voort en werden steeds verder in de richting van het noordwesten vlinders waargenomen. Aan het einde van 2018 was de soort tot de lijn Tilburg-Groningen gekomen, met al enkele uitstapjes ten westen daarvan. Dit jaar is die uitbreiding nog verder gegaan. De najaarsgeneratie die nu en de komende weken vliegt, zwerft vaak het verst en de verwachting is dat ook op nieuwe plekken in Zeeland, Zuid- en Noord-Holland scheefbloemwitjes zullen opduiken. En wie ziet het eerste scheefbloemwitje op de Wadden?
Het scheefbloemwitje lijkt best veel op het klein koolwitje, maar er zijn vier kenmerken die onderscheidend zijn, zoals op bijgaande illustratie is aangegeven. Als maar een of twee van die kenmerken kloppen, is het vast een klein koolwitje. Bij drie kloppende kenmerken wordt scheefbloemwitje al waarschijnlijker, maar pas als alle vier kloppen is er zekerheid. Daarom is het noodzakelijk dat, als u een scheefbloemwitje doorgeeft via Waarneming of Telmee, u er een foto bij doet. Het liefst van een vlinder van de bovenkant, want daar zijn de kenmerken het beste te zien. Het hoeft echt geen prachtige foto te zijn met een dure fancy camera; ook een snel snapshot met uw mobiele telefoon is vaak al voldoende. Met uw hulp gaan we de uitbreiding van deze soort hopelijk verder volgen.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Annette van Berkel
Kaartje: NDFF