Provincie inventariseert bijzondere planten en dieren in Utrechtse buitengebieden
Provincie UtrechtDe ecologische veldwerkers gaan dit jaar vanaf 1 mei tot eind september aan de slag in de buitengebieden van de gemeenten Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal en Rhenen. Dit is circa tienduizend hectare. De meeste aandacht gaat uit naar wegbermen, sloten, poelen, houtwallen en (park)bossen.
Inventarisatie
Met de inventarisatie brengt de provincie in kaart wat de natuurwaarden zijn in het gebied en welke beschermde en bedreigde soorten planten en dieren er voorkomen. De provincie kijkt naar planten, zoogdieren, reptielen, amfibieën, vissen, dagvlinders, libellen, sprinkhanen, krekels en bosmieren. Voor de planten is één bezoek voldoende, voor de dieren moet een gebied drie maal in het seizoen bezocht worden om ze goed in kaart te brengen.
Digitaal beschikbaar
De natuurwaarnemingen worden direct in het veld digitaal ingevoerd in een tablet. Via navigatiesatellieten (GPS) wordt gelijk de positie bepaald. De gegevens worden opgeslagen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en zijn daarmee (tegen betaling) ook beschikbaar voor andere instanties, zoals gemeenten, onderzoeksbureaus en andere provincies. De provincie gebruikt de uitkomsten van het veldwerk bij het maken van haar natuurbeleid.
Rondje
De provincie voert dit veldwerk sinds 1975 uit. Volgens planning onderzoekt de provincie in tien jaar tijd alle Utrechtse agrarische en natuurgebieden. Na die tien jaar begint het rondje opnieuw. De afgelopen jaren zijn de volgende gebieden onderzocht: Linschoten (2018), Leusden, Woudenberg en Renswoude (2017), Houten, Wijk bij Duurstede en Schalkwijk (2016), Vechtvallei, Noorderpark en Harmelen (2015), Zegveld, Kamerik, Kockengen en Eemland (2014) en Mijdrecht (2013).
Uitvoering
Het veldwerk wordt uitgevoerd door Bureau Viridis. De veldwerkers zullen zich altijd melden bij terreineigenaren voordat zij in een gebied gaan inventariseren.
Tekst: Provincie Utrecht
Foto: Jelger Herder (leadfoto: Ringslang)