Wat doen uitheemse schildpadden in ons kikkerland?
Stichting RAVONAmerikaanse schildpadden
Lettersierschildpadden (Trachemys scripta ssp.) waaronder de roodwangschildpad, geelwangschildpad en geelbuikschildpad komen van oorsprong voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Vanaf halverwege de 20ste eeuw zijn tientallen miljoenen roodwangschildpadden naar alle uithoeken van de wereld geëxporteerd als huisdieren. Doordat deze huisdieren regelmatig in het wild zijn vrijgelaten, komen wereldwijd nu exotische populaties voor en is de soort ook wijdverspreid in Nederland.
In 1997 is er daarom in de Europese Unie een verbod ingevoerd op de import van roodwangschildpadden. Vanaf dat moment is de handel overgestapt op de andere ondersoorten, de geelwangschildpad en geelbuikschildpad. Sinds 2016 worden alle lettersierschildpadden officieel erkend als invasieve exoot binnen de EU, is handel verboden, en dienen lidstaten populaties onder controle te houden. Zie ook dit eerdere Nature Today bericht.
Te koud om voort te planten of toch niet?
Algemeen wordt aangenomen dat het klimaat in Noordwest-Europa niet warm genoeg is voor succesvolle voortplanting. Tot op heden is succesvolle voortplanting in Nederland inderdaad nog niet gerapporteerd. Embryonale ontwikkeling in eieren is wel aangetoond (pdf; 3,5 MB). In Duitsland is in 2004 echter reeds succesvolle voortplanting vastgesteld. Een onlangs verschenen artikel toont aan dat een populatie nabij Altrhein (Duitsland) zowel succesvol reproduceert als toeneemt. Het is nog onduidelijk of deze toename door jonge aanwas komt of door het bijplaatsen van dieren. Deze populatie ligt op 270 kilometer van de populaties in Zuid-Limburg. Voortdurende opwarming van het klimaat zou mogelijk ook in Nederland tot succesvolle voortplanting leiden.
Effecten op de natuur
Exoten kunnen impact hebben op inheemse soorten door competitie om voedsel en ruimte, overdracht van ziekten en directe predatie. In Nederland worden lettersierschildpadden momenteel beschouwd als een soort die weinig impact heeft: er zijn geen andere inheemse schildpadden aanwezig, ze planten zich (nog) niet voort en ze komen veelal in stedelijk gebied voor waar de vaak weinig kritische, maar vooral algemene soorten voorkomen. Gericht (experimenteel) onderzoek hiernaar is echter nooit uitgevoerd.
Wat eten ze?
Dieetstudies aan lettersierschildpadden hebben zich zowel op inheemse als exotische populaties gericht. Hieruit weten we dat lettersierschildpadden omnivoren zijn, die verschillende prooien hebben, afhankelijk van hun levensstadium. Zo eten jonge dieren relatief meer dierlijke bronnen en volwassen dieren meer plantaardige. Veelal wordt aangenomen dat de resten van insecten, schelpen, vissen en kreeftachtige soorten voortkomen uit de predatie van levende prooien, terwijl consumptie van karkassen als verklaring wordt gegeven voor resten van amfibieën, reptielen en vogels.
Het is wel bekend dat schildpadden actief levende kleine gewervelde dieren, zoals kikkers, vangen en opeten. Een recente verschenen publicatie laat opnieuw zien dat lettersierschildpadden wel degelijk ook grotere (gewervelde) diersoorten actief bejagen.
In Spanje werd waargenomen dat een volwassen schildpad een jong eendenkuiken greep en meetrok onderwater, waarna het niet meer bovenkwam.
De snelheid waarmee dit plaatsvond (enkele seconden) doet vermoeden dat dergelijke predatie vaker onopgemerkt plaatsvindt en de impact op inheemse dieren mogelijk groter is dan tot nu toe wordt aangenomen.
Tel schildpadden in het Meetnet Lettersierschildpad
Sinds 2019 wordt via het Meetnet Lettersierschildpad de Nederlandse populatie op verschillende locaties met vrijwilligers gemonitord. Hierbij wordt vier keer per jaar geteld om vast te stellen of de lettersierschildpadden op den duur, zoals verwacht, werkelijk zullen afnemen en verdwijnen. Speciale aandacht binnen het Meetnet ligt op het signaleren van juveniele dieren, die op voortplanting wijzen. Daarnaast roepen we ook op waarnemingen van predatie door te geven om zo de impact van de lettersierschildpadden beter te kunnen documenteren.
Wil je zelf een bijdrage leveren aan het Meetnet door in je eigen omgeving een locatie te volgen, dan kun je een kijkje nemen op de website.
Tekst: Matthijs P. van den Burg, Natuurhistorisch museum Madrid, Jelger Herder & Richard Struijk, RAVON
Foto's: Jelger Herder; Richard Struijk, RAVON; Roeselien Raimond