Een decennium van koraalduivelbeheer op Bonaire
Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), STINAPA BonaireDe koraalduivel (lionfish in het Engels) werd vermoedelijk geïntroduceerd aan de zuidkust van de Verenigde Staten, en heeft zich vervolgens naar het zuiden verspreid. Dit gaf Bonaire de tijd zich voor te bereiden op de komst van de koraalduivel en het opstellen van een actieplan. Het actieplan was gericht op het vergroten van het publieke bewustzijn, en duikers te informeren over wat ze moesten doen wanneer ze een koraalduivel zouden zien. Zes maanden later werd de eerste koraalduivel waargenomen in de lokale wateren en werd naast voorlichting de vis actief gemonitord en verwijderd.
Aanvankelijk kregen duikers markeringen die ze konden gebruiken om gebieden op het rif aan te geven waar ze koraalduivels hadden gespot. Eenmaal terug op het land konden ze contact opnemen met het Bonaire National Marine Park (BNMP). Nadat de mariene parkwachters waren geinformeerd, konden ze naar deze markeringen gaan om de koraalduivels te zoeken, en ze vervolgens met een eenvoudig net te verwijderen. Tegen het einde van het jaar begon BNMP vrijwilligers te trainen om de koraalduivel zelfstandig te verwijderen.
In 2011 was er een nieuw hulpmiddel op de markt om het verwijderen van koraalduivels veiliger en gemakkelijker te maken. De E.L.F. (Engels: Eliminate Lionfish) is een speciale speer die geen schade toebrengt aan het rif of ander zeeleven wanneer duikers hem misbruiken. In 2012 zijn duikscholen begonnen met het aanbieden van koraalduiveljachtcursussen, waar bezoekende duikers worden getraind en gecertificeerd om te helpen. Al snel begonnen restaurants met het aanbieden van lionfish-specials op hun menu en op zijn hoogtepunt slaagde het grootste restaurant erin meer dan 960 kilogram koraalduivels te serveren in 2014.
Koraalduiveldichtheden lijken hoger te liggen op dieptes die voor recreatieve duikers niet bereikbaar zijn, maar langetermijngegevens ontbreken om conclusies te trekken over trends op deze diepten. Hoewel speciaal opgeleide technische duikers wel op deze grote dieptes kunnen jagen, brengt dit ook zijn eigen risico’s mee zoals een grotere kans op decompressieziekte. Het gebruik van vallen is een andere optie om koraalduivels in de diepere wateren te vangen. Deze vallen zouden op dieptes, die ontoegankelijk zijn voor recreatieve duikers, kunnen worden geplaatst. De vallen zouden regelmatig moeten worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat er niet per ongeluk andere soorten in vast blijven zitten.
In 2011 startte STINAPA met het onderzoeken van de dichtheden van de koraalduivel op 24 plekken rondom Bonaire en 12 plekken rondom Curaçao. Tijdens deze onderzoeken worden de koraalduiveldichtheden langs een transect van 200 vierkante meter gemeten op drie verschillende diepten (15, 25 en 35 meter diep). Uit deze jaarlijkse onderzoeken bleek dat het aantal koraalduivels in 2011 aanzienlijk groter was rondom Curaçao dan rondom Bonaire. In de daaropvolgende drie jaar begon de populatie op Curaçao te dalen, terwijl de dichtheid van koraalduivels rondom Bonaire relatief constant bleef. Er werd ook vastgesteld dat hoewel er kleine verschuivingen waren tussen de jaren 2011 en 2018, de relatieve populatie dichtheid van koraalduivels in diepere wateren iets groter was, met uitzondering van het jaar 2018 waarin de hoogste dichtheid op 15 meter werd gemeten. Uit de gegevens bleek ook dat de gebieden waar niet gevist mag worden, grotere populatiedichtheden van koraalduivels hadden dan gebieden waar wel gevist mag worden. Over het algemeen nam de gemiddelde grootte van koraalduivels in de loop van de tijd af, wat mogelijk het gevolg was van succesvolle jachtcampagnes waarbij oudere koraalduivels uit de populatie werden verwijderd.
Over het algemeen zijn de huidige onderzoeks- en verwijderingsmethodes erin geslaagd de populatie van koraalduivels rondom Bonaire tot een minimum te beperken binnen recreatieve duiklimieten. Gebieden die ontoegankelijk zijn voor duikers, zoals het beschermde reservaat, moeten nog steeds worden gemonitord door STINAPA medewerkers. Dankzij het harde werk van BNMP en zijn toegewijde groep vrijwilligers, zijn lokale populaties van koraalduivels onder controle gehouden.
Tekst: Jessica Johnson, Tineke van Bussel, DCNA en Paulo Bertuol, STINAPA Bonaire
Foto's: Marion Haarsma