Kennis van persoonlijkheid van het dier draagt bij aan dierenwelzijn
Wageningen University & Research“Mensen hebben een sterke band met dieren: bij de voedselproductie, huisdieren, politiehonden, of blindengeleidehonden, paardensport of vee in de landbouw. Als we meer weten over dierenpersoonlijkheden, kunnen we wellicht beter inschatten hoe het gesteld is met hun welzijn. Dit kan misschien ook helpen soorten van uitsterven te behoeden”, zei prof. Kees van Oers gister in zijn inaugurele rede ‘Animal Personality, Causes and consequences of individuality’ aan aan Wageningen University & Research. De buitengewone leerstoel wordt gefinancierd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
Dierenwelzijn
Onderzoek naar de persoonlijkheid van dieren draagt bij aan een beter welzijn en de gezondheid van dieren in gevangenschap. Ook hebben herintroductieprogramma’s bijvoorbeeld meer succes, als rekening wordt gehouden met de persoonlijkheid van de uit te zetten dieren. “Maar boven alles draagt het bij aan ons begrip hoe individuele dieren zich aanpassen aan een - vaak door de mens veroorzaakte - veranderende omgeving”, zegt de hoogleraar. Van Oers gebruikt de koolmees als een modelsoort voor zijn werk, maar ziet allerlei parallellen met vele andere soorten, ook met landbouwhuisdieren.
Ook voor mensen van belang
Het bestuderen van de persoonlijkheid van dieren kan ook van belang zijn voor mensen, omdat de studie bij mensen stuit op ethische beperkingen en onmogelijkheden om de persoonlijkheid in detail te bestuderen, zoals over partnerkeuze. Zo blijft de genetische component van de menselijke persoonlijkheid onbelicht. Daarnaast zijn er wel databanken met gegevens over uiterlijke kenmerken als lengte en gewicht over diverse generaties, maar ontbreken data over persoonlijkheid. Bij onderzoeksdieren is de generatietijd veel korter en kunnen gegevens over persoonlijkheid in korte tijd worden verzameld.
Voortplantingssucces
Variatie binnen een diersoort is een natuurlijk en functioneel verschijnsel. “Dat zien we terug in een populatie kemphanen die behalve qua uiterlijk van elkaar verschillen, ook in gedrag en rangorde een andere positie innemen. Het voortplantingssucces is van dat gedrag afhankelijk”, licht prof. Van Oers toe. Hij richt zich op hoe deze gedragsverschillen zijn ontstaan en wat de functie van gedragsdiversiteit is. Van Oers bekijkt dit vanuit een evolutionair standpunt: met behulp van gedragsgenetica en gedragsecologie. Hij onderzoekt bij dieren in gevangenschap de oorzaken van de gedragsverschillen, zoals de onderliggende genen, hersenstructuren en welke rol epigenetica speelt en vergelijkt die met de gevolgen voor overleving en voortplanting in populaties wilde dieren.
Dr. Kees van Oers (Wieringen, 1971) promoveerde in 2003 aan de Universiteit Utrecht. Hij werkte ook aan het Max-Planck-Instituut voor Ornithologie. Zijn hoofdpositie is Senior Scientist bij het NIOO-KNAW. De buitengewone leerstoel Animal Personality is ingebed in de WUR-leerstoelgroep Gedragsecologie die onder leiding staat van prof. Marc Naguib.
Tekst: Jac Niessen, Wageningen University & Research
Foto: Wageningen University & Research