Bijzondere beestjes in het ‘Buijtenland van Rhoon’
EIS Kenniscentrum InsectenIn de polders bij Rhoon – ook wel bekend als het ‘Buijtenland van Rhoon’ – zal de komende jaren overgestapt worden naar een natuurinclusieve stijl van landbouw. In één van de polders, de Zegenpolder, is in 2017 een experiment gestart om landbouw en natuur te verenigen. EIS Kenniscentrum Insecten voert sinds vorig jaar onderzoek uit naar de insectenfauna van het gebied, waarbij zowel in als rondom de Zegenpolder wordt gemeten. Met name in de meer permanente biotopen worden soms bijzondere soorten aangetroffen, die tot gerichte beheeraanbevelingen leiden.
In 2017 was de uitgestorven gewaande kraagbloedbij (Sphecodes spinulosus) gevonden op één van de dijken in Rhoon. Ook dit jaar is deze soort verschillende keren aangetroffen op dezelfde locatie. Verder doken verschillende nieuwe bijzonderheden op. Alle op de oude slaperdijken die het gebied doorkruisen.
Twee snuitkevers
Eén van de bijzondere soorten die tijdens het onderzoek in 2018 is aangetroffen, is de zeer zeldzame snuitkever Hylastinus obscurus. Deze soort vreet aan de wortels van klavers en was alleen bekend uit (Zuid-)Limburg. Daarnaast is de snuitkeversoort Aulacobaris lepidii aangetroffen. Deze kever leeft van wortels van kruisbloemigen. De soort was in Zuid-Holland alleen bekend van een vondst bij Leiden in 1907. Beide kevers zijn op de slaperdijken gevangen.
Kaphooiwagen
Ook de vondst van de kaphooiwagen Trogulus tricarinatus is goed nieuws. Deze slakkenetende soort was nog niet eerder in de provincie Zuid-Holland gevonden. Door hun slechte verbreidingsvermogen kunnen kaphooiwagens als indicator gezien worden voor gebieden met een voldoende stabiel voedselaanbod. Deze soort werd gevonden op twee dijken én onder een knotwilgenrij tussen de akkers.
Zwarte bloedbij
De zwarte bloedbij (Sphecodes niger) is een zeer zeldzame soort, die voorheen alleen in Zuid-Limburg werd gezien. De soort staat op de nieuwe Rode Lijst Bijen met de status Gevoelig. Het is een zeer kleine bij die haar ei in de nesten van kleine groefbijen legt. Een sterke en stabiele populatie van haar gastheer is voor deze soort dus een vereiste. Op een bloemrijke, extensief beheerde dijk in de polders van Rhoon vlogen verschillende exemplaren laag boven de grond bij een nestaggregatie van de langkopsmaragdgroefbij (Lasioglossum morio). Stukken open bodem in de dijk zijn essentieel voor de nestbouw van veel soorten bijen.
Refugia in landbouwgebied
Bovenstaande bijzondere soorten duiden vooral op de waarde van extensief beheerde slaperdijken. Dergelijke weinig verstoorde plekken staan in scherp contrast met de akkers, waar tot op heden regelmatig bewerking van de grond plaatsvond. De aanwezigheid van plekken waar vegetatie en bodem grotendeels met rust gelaten worden, is van essentieel belang om kritische soorten de kans te geven populaties op te bouwen in landbouwgebieden.
In de polder van Rhoon kunnen de dijken een nog belangrijkere functie gaan vervullen. Als het natuurinclusieve bouwplan van de polder zich verder ontwikkeld heeft, kunnen de dijken fungeren als brongebied van waaruit de insectenfauna terug het landbouwgebied in kan trekken zodra ook daar weer meer ruimte voor akkernatuur is. Dit proces lukt alleen als in de akkergebieden óók meer ongestoorde bodem komt, zoals bij onder andere graslanden of gras- en kruidenstroken, schouwpaden en knotwilgrijen mogelijk is.
Tekst: Linde Slikboer, Jinze Noordijk & Theo Zeegers, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto’s: Niels Godijn; Linde Slikboer; Udo Schmidt, cc-2.0; Jinze Noordijk