Impact droogte op grasland en het herstel naderhand
Wageningen Environmental ResearchVanaf begin juni tot begin augustus heeft het vrijwel niet geregend in Nederland. De gevolgen hiervan waren duidelijk te zien aan ons gazon en aan de weilanden die langzaam veranderden in bruingele prairielandschappen. Of dit in geheel Nederland in even grote mate gebeurde, is echter lastiger te zien. Daarvoor moet je de 'groenheid' van het gras kunnen bepalen. Dit kan tegenwoordig met satellietbeelden. Deze kunnen 'vertaald' worden naar een groenindex die de hoeveelheid groene biomassa kwantificeert. Deze groenindexkaarten zijn publiekelijk toegankelijk via de Groenmonitor. Tot op perceelsniveau kan de groenindex bepaald worden en het afsterven van het gras in kaart worden gebracht, zoals de satellietfoto’s van Terschelling tonen.
Met de Groenindexbeelden kunnen we de regionale verschillen van de droogte op het grasland in kaart brengen. Hiervoor zijn satellietbeelden genomen van zes verschillende momenten gedurende het groeiseizoen en is de gemiddelde groenindex berekend voor grasland per gemeente. Aan het begin van het groeiseizoen op 26 mei was er nog geen sprake van droogte en staat het gras er overal even groen bij. Op 30 juni, na ongeveer vier weken droogte, zie je de eerste verschillen ontstaan. In de noordelijke helft van Nederland heeft de droogte nog vrijwel geen impact op het grasland, de groenindexwaardes zijn hetzelfde. Maar in de zuidelijke helft zakt de groenindex ongeveer 10%. In juli zijn deze verschillen verergerd en krijgt ook het noorden meer last van de droogte. Duidelijk is dat de zandgebieden in Nederland (Oost-Overijssel, Gelderland, delen van Brabant en Limburg en de kustgebieden) meer last hebben dan de rest. Het grasland in Zeeland heeft ook erg veel last van de droogte, ook al staat het op kleigrond dat het water relatief beter vasthoudt. Op het satellietbeeld van 6 augustus is het dieptepunt bereikt. In sommige gemeentes is de groenindexwaarde gezakt tot onder de 0,4, waar normaal waardes tussen de 0,7 en 0,8 te verwachten zijn. Ter referentie: een geploegd land heeft een groenindexwaarde van 0,2.
In onderstaande kaart, met het procentuele verschil in groenheid van het gras tussen 26 mei en 6 augustus 2018 is te zien dat er grote regionale verschillen zijn in de verdroging van het grasland. In het Groene Hart en de kleigebieden in Friesland en Groningen is de verkleuring van het gras het minst. Echter, in de rest van Nederland kleurt het gras richting geelbruin en is de procentuele verandering het grootst.
In de tweede week van augustus ging het weer regenen. De grote vraag was hoe het gras zich zou herstellen na deze periode van droogte. Opmerkelijk genoeg kan geconcludeerd worden dat in vrijwel geheel Nederland het gras zich heeft hersteld van de droogte. Het groenindexbeeld laat dat zien middels hoge groenwaardes in geheel Nederland. Alleen in enkele Limburgse gemeentes duurt het grasherstel wat langer. Het grasland is op vrijwel geen enkel perceel geheel dood gegaan. Het beeld van 10 oktober toont een licht achteruitgang in de groenindexwaardes, wat te verwachten is in het najaar.
Tekst: Gerbert Roerink, Wageningen Environmental Research
Foto's: Groenmonitor.nl