Nachtvlinders, maar 'gewoon' overdag actief
De VlinderstichtingEen van de talrijkste dagactieve nachtvlinders is de gamma-uil. Dit is een trekvlinder die in het voorjaar vanuit het zuiden ons land binnenkomt. Deze vlinders planten zich hier voort en de nakomelingen zien we in de zomer, soms in heel grote aantallen. Er zijn jaren dat er op de heide vele honderdduizenden aanwezig zijn. Bij iedere stap die je doet zie je er vier of meer opvliegen. Dat is natuurlijk wel uitzonderlijk, maar de gamma-uil is wel een algemene soort die we overal, ook in tuinen, tegen kunnen komen. Vaak zie je ze druk fladderend voor een bloem hangen, want stil zitten doen ze niet veel. De vlinderstruik (Buddleja) die nu in bloei komt, is een zeer geliefde nectarplant, maar de gamma-uil is niet kritisch en gebruikt heel veel verschillende bloeiende planten als voedselbron. Datzelfde geldt voor de rupsen, want ook die zijn niet erg kieskeurig.
Dat is anders voor twee andere bekende, overdag actieve nachtvlinders, de sint-jansvlinder en de sint-jacobsvlinder. Deze twee soorten worden nogal eens door elkaar gehaald, terwijl ze niet eens nauw verwant zijn, maar tot verschillende families behoren. De overeenkomst is, naast hun dagactiviteit, de kleuren zwart en rood. Bij de sint-jansvlinder zijn er zes rode vlekken op de zwarte vleugel. Deze vlinder hoort bij de bloeddrupjes. De sint-jacobsvlinder hoort bij de spinneruilen en heeft een rode streep over de vleugel lopen, naast twee rode stippen onderaan. Door de namen van deze twee nachtvlinders is er ook verwarring over de planten waar de rupsen van leven. Die van de sint-jacobsvinder zijn gebonden aan het jakobskruiskruid. De zwart-geel gestreepte rupsen vind je op die plant. Jakobskruiskruid is giftig en de rupsen geven dat met hun geel-zwarte tekening aan. De rupsen van sint-jansvlinder zitten niet, wat je wellicht zou verwachten, op sint-janskruid, maar zijn gespecialiseerd op rolklaver.
Er zijn tientallen soorten nachtvlinders die overdag actief zijn. Naast de genoemde vlinders kom je ook de muntvlinder, de bruine daguil en de klaverspanner regelmatig tegen. Muntvlinders zitten veel in tuinen, de andere twee zijn gebonden aan bloemrijk grasland.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: klaverspanner); Marian Schut; Hans Smeenk