Nieuwe exoot: Japanse vlokreeftjes in het Noordzeekanaal
Stichting ANEMOONVlokreeftjes (orde Amphipoda) zijn kleine kreeftachtigen en familie van krabben, kreeften en garnalen. In de Nederlandse wateren komen tientallen soorten voor, zowel in zee als in brak en zoet water. Grotere soorten worden ongeveer twee centimeter, de meeste zijn kleiner dan een centimeter. Ze hebben vaak een zijdelings afgeplat lichaam met antennes en veel pootjes, al dan niet met kleine schaartjes. Diverse soorten kunnen goed zwemmen of springen. Sommige graven u-vormige gangen in zand- of modderbodems, andere verschuilen zich tussen stenen en ander substraat.
Opnieuw een exoot
Onder de Nederlandse vlokreeften zitten meerdere soorten die hun oorsprong elders op de wereld hebben (exoten). Ze zijn meegekomen met schepen in ballastwater of als aangroeisel op de romp, of ze zijn per ongeluk ingevoerd met materiaal voor bijvoorbeeld de schelpdierkweek. Hoe de nieuwe vlokreeft ons heeft bereikt is niet duidelijk. De soort werd tachtig jaar geleden voor de wetenschap beschreven als Grandidierella japonica aan de hand van exemplaren uit Japan. Het zeegebied rond China, Japan en Korea wordt dan ook als het oorspronkelijke verspreidingsgebied beschouwd. In latere decennia dook het dier echter op veel andere plaatsen in het Pacifisch gebied op, waarbij antropogene verplaatsing (door de mens), een belangrijke rol speelde. Een vroege niet-autochtone melding komt uit Californië, waar in 1966 al exemplaren werden aangevoerd met broed van de Japanse oester. Later volgden andere nieuwe meldingen, waaronder ook in Europa (Verenigd Koninkrijk in 1997 en 2004; Frankrijk 2010, 2012, 2015, onder andere in Bretagne; Zweden in 2015; Middellandse Zeegebied bij Italië in 2016). Op de meeste plaatsen hebben ze zich gevestigd en uitgebreid. Dat nu ook Nederland (2017) aan dit lijstje kon worden toegevoegd lag, achteraf gezien, dus in de lijn der verwachting.
Beschrijving
De gevonden vlokreeftjes zijn zilverwit met vooral op de rugzijde een dicht patroon van grijsbruine of meer paarsbruine vlekjes. Het lichaam is slank en zijdelings wat afgeplat. De ogen zijn zwart. Tot de belangrijkste details van mannetjes behoren: A: de eerste schaarpoot heeft 18 tot 20 ribbels, die mogelijk gebruikt worden om geluid mee te maken (stridulatie). B: op de schaarpoot zitten behalve een wat grotere stekel, ook twee aanvullende, kleinere stekels. C: van de drie paar achterste zwempoten (uropoden) is de derde onvertakt (bij de overige verwante soorten is deze vertakt). Vrouwtjes zijn veel moeilijker te herkennen.
De vondsten
Op 29 september 2017 zijn in opdracht van Rijkswaterstaat op vier locaties in het Noordzeekanaal steeds drie monsters genomen met de boxcore. In totaal werden 14 exemplaren gevonden. De soort bleek op de locatie nabij Westzaan, tussen de Afrika- en de Amerikahaven, aanwezig in zowel het middelste (diepste) deel, als aan de zuidzijde van het kanaal. Op de locatie iets ten oosten van de Jan van Riebeeckhaven bij Amsterdam waren de dieren eveneens aanwezig in monsters uit het middelste deel en bovendien aan de noordzijde van het kanaal. Het betrof monsters van overwegend slibachtig substraat. Ter plaatse leven nog andere exotische soorten, waaronder de Trompetkalkkokerworm (Ficopomatus enigmaticus), waartussen de Japanse vlokreeften ook elders in Europa zijn aangetroffen. Deze kalkkokerwormen vormen vaak hele riffen van aan elkaar gegroeide kalkbuizen. Of er ook in het Noordzeekanaal verband is tussen beide soorten, is onderwerp voor nadere studie. Van G. japonica is bekend dat ze vaak in u-vormige gangen in de bodem wonen. Mogelijk prederen de Japanse vlokreeftjes op de kokerworm en/of maken ze gebruik van de gangen om in te wonen. Het laatste dan in het kader van: wie niet graven wil, moet slim zijn?
Tekst: Ton van Haaren, Eurofins AquaSense en Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON
Foto's: Ton van Haaren (leadfoto: de nieuwe Japanse vlokreeft Grandidierella japonica Stephensen, 1938 uit het Noordzeekanaal (de antennen op de foto zijn afgebroken))
Schetsen naar P. Rudy en collega's. Grandidierella japonica. A Brackish water Amphipod
Met dank aan Rogier Sleijpen (Eurofins) voor hulp bij veldwerk en aan Rijkswaterstaat voor toestemming de vondst openbaar te maken (de verantwoordelijkheid voor eventuele onjuistheden in de tekst op basis van het door RWS aangeleverde materiaal ligt geheel bij de auteurs)