Vermomd wadslakje blijkt nieuwe exoot

Stichting ANEMOON
12-DEC-2018 - In het Noordzeekanaal leven diverse brakwatersoorten, waaronder ook exoten die met schepen zijn meegelift. Een klein, obscuur, aanvankelijk niet als exoot herkend slakje, is hier zeker al sinds april 2014 aanwezig. Vanwege lopend onderzoek willen we graag achterhalen wanneer de eerste aankwamen en of ze nog elders in Nederland zitten. Vandaar een oproep: let op 'vermomde' wadslakjes!

In het Noordzeekanaal is sprake van een duidelijke gelaagdheid qua zoet-zoutgehalte. Enigszins afhankelijk van waar je kijkt, zijn de bovenste paar meters vrijwel zoet, met de daarbij behorende zoetwaterfauna. Dan volgt er een overgangsgebied dat sterk wisselt, met ook veel brakwatersoorten. De onderste meters zijn gewoonlijk aanzienlijk zouter. Daar leeft dan ook een bijna mariene fauna, met soorten die je ook in zee aantreft. Er is dus op het gebied van zoutgehalten veel mogelijk. Dat geldt ook voor de biotoop van de groep kleine huisjesslakken die algemeen aangeduid worden als '(brak-)waterhorentjes en wadslakjes'.

Wel gezien, niet herkend

Van de slakjes waar het om gaat, met licht torenvormige, geleidelijk in omvang toenemende huisjes van enkele millimeters breed en hoogstens vijf millimeter hoog, komen/kwamen er ten minste twee in het Noordzeekanaal voor: het Opgezwollen brakwaterhorentje (Ecrobia ventrosa) en Jenkins' waterhorentje (Potamopyrgus antipodarum). Dicht bij zee, buiten en net binnen de Sluizen van IJmuiden werden ook soms exemplaren gevonden van het veel 'zoutere' Wadslakje Peringia ulvae. Op basis van de schelpvorm van de huisjes golden deze drie altijd als vrij gemakkelijk uit elkaar te houden. Dat kon aan de hand van onder andere de vorm van de windingen (gezwollen, bol, gekield of zeer vlak), de top en tophoek en de mondopening. Toen er - nu terugkijkend al minstens vier jaar geleden - in het Noordzeekanaal slakken werden gevonden en gemeld met een huisje dat sprekend op het mariene Wadslakje lijkt, werd daar vanwege de gelaagdheid van het water over het algemeen weinig aandacht aan besteed. Er was immers ook een zoutcomponent?

Afwijkingen aan de penis

Penis van Heleobia uit het Noordzeekanaal, met de kenmerkende papillen. De paarse kleur is niet de natuurlijke, maar dit komt door kleuring van geconserveerd materiaal met Bengaals rozeLang niet alle waarnemers of slakkenkenners nemen de moeite om, zeker als er op basis van het huisje al een (schijn-)zekerheid is over de determinatie, ook nog uitgebreid naar het dier zelf te kijken. Toen wij dat in september 2017 wel deden bij een exemplaar waarbij een penis aanwezig was, viel op dat de structuren daarop totaal niet overeenkwamen met die van het gewone Wadslakje (Peringia ulvae). Bij nadere bestudering van meerdere dieren uit onder andere de naast het Noordzeekanaal gelegen Noorder IJplas, bleken er ook patroon- en kleurverschillen in koppigmentatie en de koptentakels (voelsprieten) te zijn. Gebaseerd daarop bleek onlangs dat fotograaf Ron Offermans al in juni 2014 exemplaren in het Noordzeekanaal had ontdekt en gefotografeerd (leadfoto). Ook deze werden indertijd door slakkenkenners niet als nieuwe soort voor ons land herkend.

Onderzoek nog in gang

Het onderzoek naar deze 'schijnwadslakjes' is nog in volle gang, er wordt gewerkt aan een artikel dat binnen afzienbare tijd in een der vakbladen zal verschijnen. Inmiddels is onder meer bekend dat vanaf minstens 2015 exemplaren in de Theems voorkomen die tot dezelfde soort behoren. Het genus van deze exoot is bekend (genus Heleobia), de getraceerde wetenschappelijke soortnaam wacht alleen nog op bevestiging door DNA-onderzoek (nog lopend). De reden voor dit natuurbericht is tweeledig: er bestaat een afspraak met de Nederlandse overheid (Team Invasieve Exoten van de NVWA, project Signalering Exoten) dat in Nederland herkende exoten zo snel mogelijk wereldkundig gemaakt dienen te worden, zelfs als de exacte soortnaam nog niet voor 100% vaststaat. Dit om tijdig de economische en ecologische risico’s te kunnen inschatten. De andere reden is dat we bij deze een oproep doen om gegevens uit heel Nederland aan ons door te geven.

Oproep

Bij deze vragen we waarnemers om ook elders in ons land naar deze soort uit te kijken. We zijn vooral benieuwd naar gegevens uit brakwatergebieden (met name de Zeeuwe brakwatergebieden en havengebieden zoals bij Rotterdam en Delfzijl). Daarnaast zijn we benieuwd naar oudere waarnemingen en collectiemateriaal, zowel in als buiten het Noordzeekanaal en aangrenzende wateren, om zo te kunnen achterhalen wanneer dit slakje zich voor het eerst in ons land heeft gevestigd. Uit het Waddengebied kennen we de soort niet, daar zitten mogelijk uitsluitend de 'echte' - mariene - Wadslakjes. Maar ook hier geldt: alle twijfelachtige meldingen zouden we graag willen checken.

Kenmerken

Schetsen van de kop (boven) en de penis (onder) van de beide dieren. A: Wadslakje (Peringia ulvae), B: Heleobia-soort uit NoordzeekanaalOp basis van schelpkenmerken is de nieuwe soort lastig te onderscheiden van het gewone Wadslakje (Peringia ulvae). Beide soorten hebben variabele huisjes met vlakke windingen en een ondiepe sutuur. Bij het 'schijnwadslakje' (deze Heleobia-soort) lijkt de schelp - zeker bij niet volgroeide exemplaren - een wat meer uitgetrokken mondopening aan de columellaire zijde te hebben. De mond is ook vaak wat verder omlaag uitgetrokken en de schelp is vaak wat conischer dan bij het Gewone wadslakje. Doorslaggevend kenmerk is echter bij mannelijke dieren de vorm van de penis. Deze vertoont bij de nieuwe soort blaasvormige structuren die typerend zijn voor Heleobia-soorten, maar geheel missen bij Peringia. Ook qua vorm is de penis anders (zie afbeeldingen). Verder zijn er ook enige veel voorkomende verschillen in de kop, met name in de koptentakels (voelsprieten). Bij Heleobia zijn die eenkleurig, licht gepigmenteerd, bij Peringia is een zwart vlekje aan het uiteinde aanwezig. De pigmentatie op de snuit is variabel. Vooral bij Peringia kan deze zowel licht als zeer donker (tot gitzwart) gepigmenteerd zijn of bepaalde randpatronen vertonen.

Huisjes van de nieuwe soort (A) uit de Noorder IJplas ( juni 2018). Afgebeeld zijn niet volledig volgroeide exemplaren, omdat juist dan de wat sterker uitgetrokken, langere mondopening goed zichtbaar is. B: Wadslakje uit het Waddengebied

Waarnemingen

Alle waarnemingen van deze soort en dieren uit gebieden met brak water die op het Wadslakje (Peringia ulvae) lijken, zijn welkom (zie oproep). Deze kunnen direct worden doorgestuurd naar de schrijvers via tonvanhaaren@eurofins.com of via anemoon@cistron.nl.

Tekst: Ton van Haaren en Lilian de Vos, Stichting ANEMOON
Foto's: Ron Offermans (leadfoto: de hoogstwaarschijnlijk eerste foto's van deze voor Nederland nieuwe exoot uit het Noordzeekanaal gemaakt in april 2014); Ton van Haaren, Stichting ANEMOON; Maarten Mulder, Stichting ANEMOON

Met dank aan Rijkswaterstaat voor gebruikmaking van data.