Green junkie; van fijnstofvreter naar invasieve exoot?
FLORONVeel grote steden in Nederland hebben te maken met hoge fijnstofgehalten en andere luchtvervuiling, onder andere als gevolg van verkeer. Om de schadelijke invloed op de gezondheid van inwoners van deze steden te verminderen, worden snelwegbermen en geluidswallen beplant om fijnstof, CO2 en andere stoffen uit de lucht te filteren. Voor dit doel worden planten geselecteerd die extra luchtzuiverende kwaliteiten hebben. Dit zijn veelal planten met grote harige bladen die jaarrond groen zijn. Deze groene fijnstoffilters dragen zo bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit en volksgezondheid.
Om de luchtkwaliteit een extra boost te geven is Lonicera ‘green junkie’ ontwikkeld, naar het schijnt door wijlen burgemeester Eberhard van der Laan zo genoemd omdat de plant niet zonder fijnstof kan. Lonicera ‘green junkie’ heeft extra lange haren op de bladen en stengels waardoor de soort twee tot drie maal grotere hoeveelheden fijnstof kan opvangen dan andere harige planten. Dit is een prachtige eigenschap waarmee grote winsten te behalen zijn voor de luchtkwaliteit en volksgezondheid. Daarnaast fleurt de soort de snelwegberm en geluidswal op met haar fraaie bloemen en jaarrondgroene bladen. Na de bloei heeft de soort bessen.
Hoewel van Lonicera ‘green junkie’ niet bekend is of deze kan verwilderen, worden van andere uitheemse kamperfoeliesoorten steeds meer verwilderingen gemeld. Het gaat hierbij vooral om kamperfoeliesoorten uit Azië en Noord-Amerika die in Nederland als tuinplant verkocht worden. Vogels zijn verantwoordelijk voor deze verwildering. Zij eten de bessen die zij elders, tot tientallen kilometers verderop, uitpoepen. Omdat veel exoten geen natuurlijke vijanden hebben, kunnen ze gemakkelijk woekeren en invasief worden. Vanuit de historie weten we dat het met goede bedoelingen massaal aanplanten van exoten tot grote problemen in de natuur kan leiden. Alleen al het voorbeeld van Amerikaanse vogelkers spreekt boekdelen.
FLORON moedigt het vergroenen van het stedelijk gebied aan, maar ziet liever dat inheemse soorten worden gebruikt of anders soorten waarvan bewezen is dat ze zich niet gemakkelijk kunnen verspreiden naar andere (natuur)gebieden. Dat betekent bij voorkeur geen soorten met bessen of noten, met makkelijk met de wind verspreidende zaden of soorten die zich heel snel vegetatief met wortelstokken of uitlopers kunnen uitbreiden. Dat betekent ook geen soorten waarvan te verwachten is dat ze in Nederland (kunnen) verwilderen, omdat ze bijvoorbeeld in het nabije buitenland al problemen veroorzaken. Allemaal zaken die bij oppervlakkige beschouwing tegen het gebruik van Lonicera ‘green junkie’ pleiten.
Bij planvorming rondom exoten die mogelijk in grote hoeveelheden zullen worden toegepast is een gedegen onderzoek naar het risico van verwildering en potentieel invasief gedrag essentieel!
Zie jij een verwilderde uitheemse kamperfoelie? Geef deze door via de NOVA-app of Waarneming.nl en draag zo bij aan het in beeld brengen van de verwildering van uitheemse kamperfoeliesoorten in Nederland.
Tekst: Leonie Tijsma en Baudewijn Odé, FLORON
Foto's: Sebbe, Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0; Benno te Linde