Oostvaardersplassen: analyse discussie in sociale media
Wageningen Economic Research, Wageningen Environmental Research, Wageningen UniversityHet natuurdebat op sociale media
Discussies worden al lang niet meer uitsluitend in de krant of op verjaardagen gevoerd: sociale media spelen een steeds grotere rol bij het uiten van meningen en emoties over natuur, maar ook het organiseren van protesten. Onder sociale media verstaan we uiteenlopende vormen van interactieve online communicatie, zoals bijvoorbeeld Facebook, Twitter, Instagram, Youtube, blogs en fora, maar ook nieuwsmedia zijn grotendeels ‘social’ geworden met functies als like, share en comment. Op ‘social’ is er relatief veel aandacht voor wilde dieren in de natuur. Een jaarlijkse terugkerende discussie betreft de wintersterfte in de Oostvaardersplassen. Deze discussie was dit jaar ongewoon heftig, hetgeen uiteindelijk zelfs resulteerde in een aanpassing van beleid.
Onrust in de Oostvaardersplassen
De discussie over de Oostvaardersplassen bleek onder de oppervlakte al enkele jaren te sluimeren in onder andere een aantal facebookgroepen van dierenliefhebbers, vooral in de winter. Echter, pas toen deze onrust op sociale media werd opgepikt door een artikel in De Telegraaf op 23 februari ‘explodeerde’ het debat. Het bewuste artikel maakt melding van een online oproep van dierenliefhebbers om te gaan bijvoeren in de Oostvaardersplassen. Dit nieuwsartikel gaat al snel rond op Twitter en Facebook, en binnen een paar dagen groeit het aantal berichten over de Oostvaardersplassen van zo’n 80 naar bijna 10 duizend per dag. Vooral op Twitter neemt het aantal berichten een enorme vlucht, met op sommige dagen duizenden retweets van allerlei kritische posts. In al deze berichten is sprake van een enorme dominantie van berichten met negatief sentiment (zie de onderste grafiek in de onderstaande figuur), waarin boosheid en onbegrip over het beheer werd geuit.
Dierenwelzijn en natuurbeelden
Uit de kritische reacties blijkt vooral een sterk biocentrische waardeopvatting over natuur. In die waardeopvatting staat de menselijke zorgplicht voor dieren centraal. Dit staat tegenover de beleidsfocus op ecocentrische waarden, waarbinnen autonomie en vrijheid van de natuur een belangrijke plaats hebben. Berichten met een dergelijke waardeopvatting zijn wel zichtbaar in het online debat, maar delven qua aantallen het onderspit. In een eerste, inhoudelijke reactie op de eigen website probeert Staatsbosbeheer op 24 februari, één dag na het Telegraaf-artikel, de angel uit de discussie te halen door te betogen wat het beleid is en waarom bijvoeren geen zin heeft. Dit artikel plaatst Staatsbosbeheer ook op sociale media. Staatsbosbeheer probeert aansluiting te zoeken bij het biocentrische frame van dierenwelzijn, maar vanuit een tegengestelde opvatting: bijvoeren is juist niet goed voor de dieren. Dit brengt de gemoederen niet tot bedaren. In plaats daarvan is er sprake van een soort vicieuze cirkel waarin berichten en emoties in verschillende media elkaar versterken. Dit is duidelijk te zien in de figuur: het aantal berichten blijft stijgen, onder andere via allerlei reacties op de eigen facebookpagina van Staatsbosbeheer. De blijvende onrust in sociale media wordt volop opgepikt en uitgelicht in de traditionele media wat vervolgens weer leidt tot nieuwe acties en oproepen op sociale media. Zoals wanneer actieVOERDERS hooi over hekken van de Oostvaardersplassen gooien, wat weer de journaals haalt.
Van onrust tot nieuw beleid
Op 28 februari doen Staatsbosbeheer en de Provincie Flevoland nog een laatste poging om de gemoederen tot bedaren te brengen via berichtgeving op onder andere de websites en later ook de eigen facebookpagina. Als dit ook niet werkt besluit de provincie Flevoland op 1 maart om het beleid aan te passen en de grote grazers (tijdelijk) te laten bijvoeren. Het belangrijkste argument daarvoor is dat de veiligheid van boswachters in het geding is door bedreigingen via sociale media.
Na de beslissing over het bijvoeren wordt de berichtgeving over de Oostvaardersplassen in eerste instantie wat minder. Toch verdwijnt deze nog niet naar de achtergrond: het aantal posts ligt eind maart nog steeds op enkele honderden per dag, fors meer dan tevoren. Geleidelijk ook ontstaan er nieuwe discussies die weer (deels) via sociale media worden gevoerd. Zo ontstaat er een meer natuurfilosofische discussie over de vraag wat natuur is en welke waarden daarbij centraal staan. Er mengt zich ook een aantal ecologen en andere experts in de maatschappelijke discussie, wat vervolgens weer volop reactie oproept. Tegelijkertijd ontstaan er steeds meer vragen over het democratisch gehalte van het natuurbeleid en de wijze waarop een relatief kleine groep mensen die zich actief roert op sociale media het natuurbeleid weet te beïnvloeden. Daarbij wordt ook de vergelijking gemaakt met andere heftige maatschappelijke debatten van de laatste tijd, zoals de Zwarte Pietdiscussie.
De invloed van sociale media op het natuurdebat en het natuurbeleid
Uit onze analyses blijkt dat sociale media van grote invloed kunnen zijn op het natuurdebat en het natuurbeleid. Dit roept onder andere de vraag op hoe overheden, beleidsmakers en ambtenaren met sociale media om moeten gaan. Omdat de heftige discussie rondom de Oostvaarderplassen ongetwijfeld niet het laatste debat is over de Nederlandse natuur werken we binnen WUR de komende tijd verder aan een tool waarbij we gebruik maken van sociale media om het maatschappelijk sentiment/debat rondom natuur in Nederland doorlopend te monitoren.
Tekst: Thomas Mattijssen, Wageningen Economic Research; Bas Breman, Wageningen Environmental Research; Tim Stevens, Leerstoelgroep Strategische Communicatie, Wageningen University
Foto: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling (leadfoto: grote kudde koniks)