Winterrust: helemaal zo gek nog niet
ZoogdierverenigingEen aantrekkelijk idee: even de ogen dicht en pas wakker worden wanneer de krokussen weer in bloei staan. En waarom zou dat niet kunnen? Veel andere zoogdieren kennen het kunstje ook. De egel, de hazelmuis en alle in Nederland voorkomende vleermuizen bijvoorbeeld.
Winterslaap
Het zijn vooral kleine soorten die een winterslaap houden, omdat kleine dieren in verhouding tot hun lichaamsinhoud een groter lichaamsoppervlak hebben dan grotere dieren. Dat betekent dat zij sneller afkoelen wanneer ze aan winterkou worden blootgesteld. Het is dan dus beter om een andere strategie te kiezen. Kleine dieren trekken zich in het najaar terug in een hol of groeve en laten zich pas in het voorjaar weer zien. Dit is extra knap wanneer je bedenkt dat zoogdieren warmbloedig zijn, wat betekent dat ze hun lichaamstemperatuur normaalgesproken constant houden. Maar een goede winterslaap (lees: één waardoor de slaper levend en wel de winter doorkomt) valt of staat bij het minimaliseren van het energieverbruik. Wanneer een dwergvleermuis in winterslaap haar lichaamstemperatuur op een aangename 38˚Celsius zou houden, dan zou ze al snel door haar vetreserve heen zijn en in december alweer op zoek moeten naar een lekker maaltje. En dat valt niet mee wanneer je van muggen leeft. Warmbloedige winterslapers verlagen dus hun lichaamstemperatuur in de winter tot enkele graden boven het vriespunt. Dat heeft nog een extra voordeel: nu ze minder energie nodig hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, kunnen zij ook hun hartslag en de ademhaling vertragen, waardoor ze nog meer energie besparen.
Helaas zouden wij mensen zo’n temperatuurverlaging niet overleven. Sowieso is een winterslaap een risicovolle onderneming: tijdens de lethargische staat heeft een winterslaper geen verweer tegen predatoren. Daarnaast worden winterslapers tijdens een zachte winter soms eerder wakker. Dit is een enorme energieverspilling, die de kans op overleving behoorlijk kan verkleinen.
Winterrust
Sommige grote zoogdieren, zoals bruine beren, houden een ‘winterrust’. Misschien dat dat beter bij ons past. Winterrust lijkt op winterslaap, met het verschil dat de lichaamstemperatuur maar met een paar graden omlaaggaat. Aangezien een groot dier een kleiner lichaamsoppervlak ten opzichte van zijn lichaamsinhoud heeft, verliest het minder warmte. Het grote lichaamsvolume heeft daarnaast als voordeel dat het een relatief grotere vetreserve kan opbouwen om tijdens de winter op te teren. Een sterke verlaging van de lichaamstemperatuur is dus niet nodig. Een winterruster wordt gedurende de winter ook af en toe wakker om nog even wat bij te eten. Veel slapen en af-en-toe goed bijeten. Een beetje vergelijkbaar met onze kerstvakantie dus, maar dan langer.
De Zoogdiervereniging wenst iedereen een voorspoedig 2018!
Tekst: Sander Bouwens, Zoogdiervereniging
Foto: Bernadette van Noort