Texel: een paradijs voor graslandpaddenstoelen
Nederlandse Mycologische VerenigingTexel zou Texel niet zijn zonder schapen en wasplaten. Het eiland is in mycologische kringen bekend om het relatief grote oppervlak aan voor graslandpaddenstoelen geschikt grasland. De traditionele schapenhouderij, kenmerkend voor het eiland, zal reeds in een ver verleden een rol van betekenis hebben gespeeld in de ontwikkeling van deze graslanden. Wasplaatgraslanden zijn ontstaan als gevolg van eeuwenlang extensief agrarisch gebruik; ze zijn niet te verenigen met een moderne agrarische bedrijfsvoering. Landelijk gezien is het oppervlak aan geschikt grasland in de voorbije eeuw gereduceerd tot enige procenten van het oorspronkelijke oppervlak. Tegenwoordig zijn het niet meer dan snippers van hooguit enkele hectares: vrijwel allemaal gelegen in natuurreservaten. Landelijk gezien zijn er slechts enkele gebieden waar meerdere geschikte graslanden te vinden zijn, waaronder Texel.
Texelse graslanden
Het kleine oppervlak aan bos op het eiland en het weidse landschap met de vele grazige duinen, dijken, bermen en andere graslanden, worden internationaal geroemd vanwege het massale voorkomen van een aantal bijzondere plantensoorten. Voor natuurliefhebbers zal de aanblik van het grote aantal bloeiende Harlekijnen en Brede orchissen van Drijver's Vogelweid 'De Bol' in het voorjaar een onuitwisbare indruk achterlaten. Maar dat Texel een bijzondere plaats inneemt bij mycologen vanwege het voorkomen van bijzondere graslandpaddenstoelen is minder bekend. Afgelopen zaterdag werd het wat wasplaten betreft een dag uit duizenden. Indrukwekkend waren de massa's Gewone weidewasplaten (Hygrocybe pratensis, RL; Kwetsbaar), die op sommige dijken en bermen al van verre konden worden opgemerkt. Hier vielen ook de vele Gele wasplaten (Hygrocybe chlorophana var. chlorophana, RL; Kwetsbaar) en de nauw verwante Oranje wasplaten (Hygrocybe chlorophana var. aurantiaca, RL; Kwetsbaar) op.
Onder de Texelse graslandpaddenstoelen is de Granaatbloemwasplaat (Hygrocybe punicea, RL; Ernstig bedreigd) wel de meest opvallende. Deze op een ridderzwam gelijkende grote granaatbloemkleurige wasplaat met een hoed van 40 tot 120 millimeter doorsnede komt wijdverbreid op het noordelijk halfrond tot op IJsland voor. Vooral in Groot-Brittannië en Denemarken, maar ook in veel andere Europese landen staan ze op de Rode Lijsten. Gezien het huidige aantal atlasblokken op het verspreidingskaartje, lijkt de Granaatbloemwasplaat de laatste vijf jaar in Nederland te zijn toegenomen. In deze periode werd deze soort elk jaar in vier atlasblokken waargenomen, behalve in het slechte paddenstoelenseizoen van 2016. Afgelopen zaterdag konden er ruim vijftig Granaatbloemwasplaten worden geturfd: twintig meer dan twee jaar geleden. Of dit een aanzet is tot een reële toename zal de toekomst uitwijzen.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Ruud van Middelkoop; Martijn Oud