Witbruine ridderzwammen in relicten van zeldzaam korstmosdennenbos
Nederlandse Mycologische VerenigingWitbruine ridderzwammen komen in groepjes voor van enkele tot een tiental exemplaren. Ze vormen miccorhiza's met dennen (Pinus), soms met spar (Picea) in gemengde en naaldbossen op matig vochtige tot droge, zandige of lemige, zeer voedselarme en humusarme bodems.
Zijn optimale habitat vormt het korstmosdennenbos, een bostype dat bijvoorbeeld in de Scandinavische landen nog optimaal voorkomt. Het korstmosdennenbos is in Nederland vrijwel verdwenen, maar komt toch nog op bescheiden schaal in relicten voor. Open zandige plekken in dennenbossen, randen van dennenbossen, overgangen van dennenbossen naar stuifzand, plagplekken in open dennenbossen of duinhellingen met dennenzaailingen kunnen soms voor een deel begroeid raken met grondkorstmos (Cladonia's), In het midden en oosten van ons land worden ze geregeld op militaire oefenterreinen opgemerkt. Vooral in de bermen van brede en regelmatig omgewoelde tankbanen worden ze gevonden.
Schrale dennenbossen van het Waddendistrict
In de kustduinen zijn veel dennenbossen te vinden. In het ten zuiden van Bergen (NH) gelegen kalkrijke deel van de Nederlandse kustduinen zijn Witbruine ridderzwammen altijd al zeldzaam geweest. Maar in de kalkarme duinen ter hoogte van Bergen (NH) komen (nog) opvallend veel kleine relicten van het zeldzame korstmosdennenbos voor. Vooral in het noordoostelijk deel van de Schoorlse staatsbossen in de duinen bij Hargen zijn die te vinden. Hier zijn nog pure dennenbossen te vinden, bestaande uit Oostenrijkse en Corsicaanse den, Zeeden en Bergden, met grondkostmos aan de randen. Ook in de gemengde bossen met Zomereik, berk en Zwarte den is dat op veel plaatsen het geval. Een aantal dennenbossen ligt hier op langgerekte duinruggen en vooral de vochtige, schaduwrijke, noordoostkant van dergelijke duinhellingen is interessant voor paddenstoelen. De afgelopen decennia hebben de Zwarte dennen zich hier uitgezaaid, waardoor ijl jong dennenbos is ontstaan met opvallend veel korstmos. Dergelijke dennenopstanden zijn het domein van menige schraalhans onder de paddenstoelen waaronder de Witbruine ridderzwam. Behalve de Witbruine ridderzwam komen hier ook opvallend veel Gele ridderzwammen (Tricholoma equestre; RL: Bedreigd) en de Fijnschubbige ridderzwam (Tricholoma imbricatum; RL: Bedreigd) voor. Dergelijke bijzondere uithoekjes in ons land dienen gekoesterd te worden.
De Witbruine ridderzwam (Tricholoma albobrunneum; RL: Kwetsbaar) is een forse, roodbruine, bij droog weer glanzende ridderzwam, met een hoed tot tien centimeter breed. Het hoedoppervlak heeft radiaal ingeweven vezeltjes en is onder vochtige omstandigheden iets kleverig. De witte lamellen vlekken bij druk en door veroudering roodbruin. De stevige, vaak gekromde steel, is bij jonge exemplaren wit tot gedeeltelijk roodbruin. Oudere exemplaren bezitten een bruine steel met een al of niet scherp afgegrensde witte top.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging