Groots ingezet op bestrijding watercrassula in waardevol natuurgebied
FLORON, Soontiëns Ecology, Stichting RAVON’t Hurkske is een 170 hectare groot bosgebied tussen Veghel en Gemert. Hier komen van oudsher vele amfibieënsoorten voor, waaronder de met uitsterven bedreigde knoflookpad (Pelobates fuscus). Ook groeit hier kruipend moerasscherm (Apium repens), een uiterst zeldzame plant die als ernstig bedreigd op de Rode Lijst staat.
In 2016 werd door IVN Veghel watercrassula (Crassula helmsii) aangetroffen in het gebied. Deze plant, afkomstig uit Australië en Nieuw-Zeeland, kan zeer invasief optreden en hele wateren laten dichtgroeien. De exoot groeide onder meer in een poel langs een wandel- en fietspad. Zonder verdere maatregelen was de kans groot dat watercrassula de bijzondere, natuurlijke vegetatie zou verdringen en daarmee de poel ook ongeschikt zou maken voor amfibieën. Maar bovenal bestond er het risico van verdere verspreiding naar andere poelen en wateren in de omgeving. Daarom hebben RAVON en FLORON gezamenlijk het initiatief genomen voor de verwijdering van watercrassula in deze poel, met financiële steun van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Meierijstad.
In september 2017 is gestart met de bestrijding van watercrassula in de poel. Het project is uitgevoerd in samenwerking met Soontiëns Ecology, een groen bureau dat veel ervaring heeft met het verwijderen van invasieve exoten. Het is namelijk specialistisch en nauwkeurig werk, want zelfs de kleinste achtergebleven stukjes van watercrassula kunnen gemakkelijk uitgroeien tot nieuwe planten. Indien stengelfragmenten tijdens de werkzaamheden verspreid worden, kan het probleem juist verergeren.
In de poel bleek watercrassula op meer plekken te staan en grotere oppervlaktes te bedekken dan in eerste instantie gedacht. Daarom was grootschalige actie vereist. Allereerst werd de poel leeggepompt en werd schoongespoelde macrofauna in een nabijgelegen poel uitgezet. Vervolgens is de toplaag van de poel machinaal afgegraven en is het besmette materiaal ter plekke verwerkt en begraven. Tijdens de werkzaamheden zijn er op diverse plaatsen verbeteringen van het landhabitat voor de knoflookpad uitgevoerd, door het creeëren van droge, zandige en goed vergraafbare plekken.
Het resultaat ziet er drastisch uit, maar was noodzakelijk om de verwijdering van watercrassula een goede kans van slagen te geven. Komende jaren zal regelmatig gecontroleerd worden of de soort ook volledig weg is en blijft. Naar verwachting zullen binnen één tot twee jaar de kale plekken weer begroeid zijn met kleine zonnedauw, moeraswolfsklauw en pilvaren. En ondertussen kan de knoflookpad weer naar hartelust graven in de zandige oever.
Tekst: Wilbert Bosman, RAVON, Froukje Postma, FLORON en Martijn van de Loo, Soontiëns Ecology
Foto's: Martijn van de Loo