Schapen in Groningen gedood door wolf
Wageningen Environmental ResearchVan de twee dode schapen zijn met ‘swabs’ (wattenstaafjes) vijf monsters verzameld op de plek waar de dieren gebeten waren, om hieruit in het laboratorium DNA te destilleren. Ook zijn keutels verzameld die in de omgeving lagen, eveneens voor DNA-onderzoek. Vaak kan hierdoor niet alleen worden vastgesteld of het om een wolf gaat, maar ook waar hij precies vandaan komt, uit welk roedel, en of het een mannetje of vrouwtje is. Dat was in dit geval niet zo. Het bemonsteren van de dode schapen is in de stromende regen gedaan en ze waren waarschijnlijk al langer dan 24 uur dood.
“Het was lastig om een goed DNA-profiel uit de monsters te krijgen,” zegt genetisch analist Ivo Laros. “Uiteindelijk lukte het bij drie van de vijf swabs, en uit het mitochondriaal DNA dat we daaruit verkregen bleek dat het gaat om haplotype HW1, veel voorkomend bij wolven in Duitsland. Dat is bevestigd door het Duitse instituut Senckenberg, waar we vanuit het CE wolfconsortium mee samenwerken, omdat zij een database met DNA van vele Duitse wolven hebben.”
Wolven en vossen
Na dit onderzoek is nog een microsatelliet-analyse gedaan. Ook hierbij speelde de matige kwaliteit van de monsters een rol. Wel werden genetische merkers in het monster aangetroffen die niet voorkomen bij wolven, maar wel bij vossen. Onderzoeker Hugh Jansman: “Kortom, het is waarschijnlijk dat een wolf de schapen heeft gedood, en dat de kadavers vervolgens zijn aangevreten door één of meer vossen, iets wat heel vaak gebeurt. Een hardere conclusie is op basis van de beperkte kwaliteit van het DNA-materiaal niet te geven, laat staan dat we het kunnen herleiden tot een bepaald individu.”
Tekst: Ivo Laros en Hugh Jansman, Wageningen Environmental Research (Alterra)
Foto: Hugh Jansman, Wageningen Environmental Research (Alterra)