Landschap voorspelt waar wolfwerende maatregelen nodig zijn
ZoogdierverenigingDuitse onderzoekers hebben in detail bekeken waar schade door wolven aan met name schapen zich voordoet, en welke factoren hier van invloed op kunnen zijn. De resultaten van deze studie zijn recent gepubliceerd en goed toepasbaar op Nederland, omdat Nederland sterk lijkt op de onderzoeksregio: Sleeswijk-Holstein en Jutland.
Wolven zoeken wilde hoefdieren
Wolven hebben een voorkeur om zich te vestigen in gebieden met een hoge bosbedekking en heidevelden van voldoende omvang. Precies de regio’s waar hun natuurlijke prooien – wilde hoefdieren zoals ree, hert en zwijn – zich ook ophouden. Echter, om zich ergens te kunnen vestigen, zal een gebied eerst ‘ontdekt’ moeten worden door een wolf die daarvoor als jonge wolf zwerftochten gaat maken. Eerst kleine uitstapjes vanuit het geboorte-territorium, maar later kunnen ook enorme zwerftochten gemaakt worden die tientallen of zelfs honderden kilometers lang zijn.
In het huidige versnipperde Europese landschap kan het voor een wolf heel lastig zijn om een nieuw groot natuurgebied te vinden. Grote delen van Europa zijn in gebruik voor steden, dorpen, infrastructuur en landbouw. In deze landschappen zijn wilde prooien zoals herten en zwijnen veel minder voorhanden, terwijl schapen juist veel meer aanwezig zijn. Het is dan ook niet gek dat een rondzwervende wolf met honger zo nu en dan een schaap doodt.
Wolven verstoppen zich liever
Uit het onderzoek komt naar voren dat zwervende wolven zich op de aanwezigheid van bossen oriënteren, vermoedelijk vanwege de dekking van de bomen en de rust in zulke gebieden. Schapenrijke gebieden in de nabijheid van bossen lopen daardoor meer risico: meer bos ‘trekt’ zwervende wolven aan, waardoor de kans groter is dat schapen ten prooi vallen aan een wolf. Het is dus niet zo dat een wolf schapenrijke gebieden gericht opzoekt.
Zwervende wolven maken meeste schade
Het onderzoek heeft ook bevestigd dat het met name de zwervende wolven zijn die de meeste schade veroorzaken, maar er lijkt geen ‘specialisatie’ op te treden. Soms is er een enkele wolf die wat meer schapen doodt, maar de overgrote meerderheid van de zwervende wolven heeft geen voorkeur voor schapen als prooi. Een goed voorbeeld is de Noord-Veluwse wolvin GW998f, die in de zwerffase zich meermaals heeft vergrepen aan grote aantallen schapen. Na definitieve vestiging op de Veluwe is dit dier vrijwel volledig overgeschakeld op wilde hoefdieren. Deze wijziging van dieet wordt gestimuleerd door het nemen van preventieve maatregelen, zoals kuddebewakingshonden en nachtkralen met wolfwerende rasters.
Preventieve maatregelen blijven essentieel
Voor het voorspellen van waar schade kan optreden is het landschap sterk bepalend, maar wanneer schade zal optreden is onvoorspelbaar. Dat heeft alles te maken met de hoge mobiliteit van wolven. Wolven leggen grote afstanden af en kunnen ook zo weer vertrokken zijn. Wat wel duidelijk is, is dat wolven risicomijdend zijn en 'niet zomaar' schapen zullen pakken. Het nemen van preventieve maatregelen, zoals wolfwerende elektrische rasters én kuddebewakingshonden, helpt heel goed om de kans op schade te verkleinen. De wolf zoekt naar de zwakste schakel in de beschermingslinie en het is dan ook van essentieel belang dat kennis over het plaatsen en optuigen van beschermende maatregelen breed gedeeld wordt. De wolf zoekt en leert, maar dat kunnen wij ook. In landen waar de wolf nooit is weggeweest zie je dat boeren en herders veel succesvoller zijn in het voorkomen van wolfaanvallen op vee en dat de wolf daarvan leert door zich op andere prooidieren te richten. Juist ook in landschappen met een verhoogd risico.
Effectieve afrasteringsmaatregelen weren Veluwse wolf (Bron: Zoogdiervereniging)
Toekomst van duurzaam samenleven
De terugkeer van de wolf in Nederland is een spannende ontwikkeling die veel emoties oproept, zeker bij schapenhouders die te maken krijgen met een aanval. Het is een enorme opgave en uitdaging om de wolf het succes van aanvallen op vee te ontnemen. Alleen als wij slimmer zijn en de wolf kunnen leren dat landbouwhuisdieren geen gemakkelijke prooi zijn, zal de wolf zijn voorkeuren aanpassen. Dat vraagt een actieve houding van iedereen en dat slaagt alleen als wij telkens kennis delen, en bij elke aanval met slachtoffers ons afvragen 'waar ging het mis?'. Niet met als doel om te veroordelen, maar met het expliciete doel om samen te leren: wolf en mens. Essentieel hierbij is dat iedereen (overheid, burgers, natuurorganisaties) begrip heeft en houdt voor de positie van de ander, maar ook de bereidheid heeft om te leren en te zorgen voor voldoende middelen en inzet.
De wolf heeft zich weer definitief gevestigd in Europa (en Nederland) en zal niet zomaar gaan verdwijnen, waardoor zwervende wolven nu onderdeel zijn geworden van onze omgeving. Het is onze gezamenlijke taak en plicht om te proberen de terugkeer in goede banen te leiden waarbij oog gehouden wordt voor veiligheid voor mens en dier, en de bestaanszekerheid van bedrijven.
Tekst: Dick Klees, Studio Wolverine; Glenn Lelieveld en Maurice La Haye, beiden Zoogdiervereniging
Foto: Sjaak van Doorn
Film: Zoogdiervereniging