Nazomerlibellen

In april verschijnen de eerste vuurjuffers, in mei de blauwe juffertjes en in juni is het toptijd voor libellen, als er heel veel soorten aanwezig zijn. Van juli tot september zijn veel van de glazenmakers actief en vind je ook nog allerlei juffertjes. In de loop van september en in oktober loopt het aantal soorten dat als libel aanwezig is terug. Naast de heidelibellen zijn twee soorten ook nog volop te zien. Nu en de komende weken heb je langs een beschut bosrandje grote kans de paardenbijter te zien jagen. Sterker nog: in een goede bosrand zie je er dan niet één, maar wel vijf, zes of nog meer. Je ziet ze, op een meter of twee, drie hoog heen en weer schieten langs de boomkruinen om daar allerlei insecten te vangen. In deze tijd worden de autochtone paardenbijters, die hier ergens als larve uit het water zijn gekropen, aangevuld met dieren uit het buitenland. Zo kunnen flinke aantallen bij elkaar worden gezien.

De houtpantserjuffer is een andere soort die nu en de komende weken veel te zien is. In de buurt van het water, in de bomen en struiken kun je ze tegenkomen. Als ze vers zijn in augustus en begin september is de kleur prachtig fris metallic groen, maar als ze ouder worden zijn ze bruin. Nog steeds hebben ze dan een prachtige metallic glans en met het juiste licht lijken ze wel van een edelmetaal! De vrouwtjes boren hun eitjes in de bast van takken die boven het water groeien. Deze eitjes blijven daar de hele winter en komen pas in het voorjaar vanaf april uit. De larven laten zich gewoon vallen en omdat de tak waarop ze gelegd zijn boven het water hangt, komen ze goed terecht. In het water beginnen ze onmiddellijk te jagen op kleine prooien. Ze eten en groeien en in de loop van augustus verschijnen ze dan weer als ‘nieuwe’ juffer. Ze zijn helemaal niet kritisch en komen in allerlei wateren voor. Het meest belangrijk is dat er bomen of struiken of andere stevige planten als kattenstaart of brandnetel langs de oever groeien waarin ze hun eitjes kwijt kunnen. Je kunt ze ook regelmatig in je tuin tegenkomen. Geef ze dan door via de Jaarrond Tuintelling.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: houtpantserjuffer)