Toekomst Nederlandse platteland: bloemrijk of gifgroen?
Heimans en Thijsse StichtingDe intensivering van de landbouw heeft vergaande gevolgen gehad voor de natuur in Nederland. De invoer van krachtvoer uit andere werelddelen heeft geleid tot een ontwrichting van de stikstofbalans van veeteeltbedrijven, waarbij zo’n 60 procent van de stikstof in kunstmest en geïmporteerd voer uiteindelijk in het milieu terechtkomt. Daardoor is op veel plekken in Nederland de hoeveelheid ammoniak in de neerslag veel te hoog om natuurherstel mogelijk te maken. In Gelderland en Noord-Brabant zijn er nog steeds plekken waar jaarlijks meer dan 60 kilo stikstof per hectare met de neerslag naar beneden komt.
Driekwart minder broedvogels
Recent onderzoek op 1500 bedrijven verspreid over heel Europa, heeft laten zien dat de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die de boer gebruikt de meeste invloed heeft op het aantal soorten vogels en insecten dat in akkerbouwgebieden voorkomt. In Nederland is sinds 1960 het aantal broedvogels in het agrarische gebied met drie kwart afgenomen. Onderzoek op 63 locaties in het westelijke deel van Duitsland liet zien dat sinds 1986 de biomassa van vliegende insecten met 80 tot 90 procent is afgenomen, terwijl in Rothamsted in het Verenigd Koninkrijk een nauwe relatie werd aangetoond tussen de afname van insecten en het steeds kleinere aantal broedvogels. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat vrijwel alle vogels hun jongen grootbrengen met insecten.
Hoeveel oppervlak voor landbouw?
De enige manier om de natuur een echte toekomst te geven is om de desastreuze invloed van de landbouw aanzienlijk terug te brengen. Dat is één van de belangrijkste uitdagingen voor het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid in Europa dat in 2020 van start moet gaan. De vraag die daarmee nauw samenhangt is: hoeveel oppervlakte willen we in de toekomst voor landbouw reserveren? Die vraag wordt steeds dringender, omdat we in de toekomst veel meer ruimte nodig hebben voor wateropvang en recreatie, terwijl een duurzame toekomst voor natuur alleen mogelijk is bij voldoende oppervlakte natuurgebied. De bijdrage die de landbouw levert aan de werkgelegenheid is sinds de jaren vijftig afgenomen van zo’n 15% tot nauwelijks 2%. Er zijn slechts enkele bedrijfstakken die een behoorlijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie.
De grote vraag is hoe het Nederlandse platteland eruit zal zien over vijftig jaar. Kunnen we een landbouw ontwikkelen zonder desastreuze effecten op landschap en natuur? En natuurlijk: wie moet er gaan betalen: de natuur, de boer of wij als consument?
Van gifgroen naar Bloemrijk (film: Bord&Stift)
Symposium Bloemrijk of Gifgroen
Bovenstaande vragen komen ter sprake op het Heimans en Thijsse Symposium ‘Bloemrijk of Gifgroen?’ dat gaat over de toekomst van het Nederlandse platteland en het nieuwe landbouwbeleid. Het symposium vindt plaats op zaterdagmiddag 23 september in Utrecht. Als prikkelende sprekers en muzikanten zullen optreden: Theunis Piersma en Sytze Pruiksma (Kening fan ‘e Greide), Krijn Poppe (Wageningen Economic Research), Bas Eickhout (Europarlementariër GroenLinks) en Titia Wolterbeek (SoortenNL en De Vlinderstichting).
Meer informatie
Tekst: Heimans en Thijsse Stichting
Foto’s: Ruben Smit, Natuur in Nederland (leadfoto: grootstchalige en intensieve landbouw in zuidelijk Flevoland)
Film: Bord&Stift