Wespen niet hersteld van extreme neerslag
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
In grote delen van Nederland zijn maar weinig tot zeer weinig wespen. Het aantal meldingen van wespennesten ligt bij veel bestrijdingsdiensten net als half juni veel lager dan normaal. Diverse bedrijven hebben tot 95 procent minder meldingen. Het lage aantal meldingen komt vooral uit gebieden die in mei met intense neerslag te maken hadden. In de afgelopen anderhalve maand hebben de wespen zich niet of nauwelijks hersteld. Sterker nog, er zijn op grote schaal nog meer intense buien geweest. Opvallend is wel dat relatief veel nesten zich na een behandeling met gif na enige tijd weer ontwikkelen.
De afgelopen maanden hebben we te maken gehad met een groot aantal zeer intensieve buien. Volgens het KNMI waren de buien eind juli zelfs uitzonderlijk intensief en het gebied met zware regen en wateroverlast was opmerkelijk omvangrijk. Op een aantal plaatsen viel meer dan 100 millimeter regen in 48 uur (zie het kaartje van het KNMI hieronder). Op 28 juli viel in Deelen 132 millimeter waarvan 76 millimeter in een uur. Eind mei had ook al een groot deel van Nederland te maken met intense regenbuien, toen vooral in het noorden en oosten van het land.
Tot 95 procent minder nesten
Half juni werd al duidelijk dat de buien in mei waarschijnlijk een enorme impact gehad hebben op de ontwikkeling van wespennesten. Op basis van de weersomstandigheden in de afgelopen winter en het voorjaar leek 2014 op een zeer vroeg en zeer zwaar wespenjaar aan te koersen. Veel wespenbestrijdingsbedrijven rapporteerden half juni echter een drastische terugval in het aantal meldingen van wespennesten. Enkele bestrijdingsdiensten merkten niets bijzonders op en hadden het over een vroeg maar verder normaal jaar. Het was onduidelijk waar die verschillen door kwamen. Het bleek dat in de gebieden waar in korte tijd grote hoeveelheden regen was gevallen de grootste teruggang in het aantal meldingen was, op diverse plaatsen tot wel 95 procent minder meldingen dan normaal. De vraag was toen of de wespenpopulatie zich kon herstellen in de rest van het seizoen.
Niet of nauwelijks herstel
Om de vraag te beantwoorden belden we de afgelopen dagen weer een groot aantal bestrijdingsbedrijven door heel Nederland met de vraag hoe de wespensituatie nu was. Het beeld kwam vrijwel geheel overeen met dat van half juni. Het aantal meldingen van wespennesten lag nog steeds tot 95% lager, al leek de teruggang wel iets minder dan in mei. Het herstel was maar zeer beperkt en gemiddeld komen we dit jaar op 60 tot 70 procent minder wespen dan normaal. Er zijn namelijk ook nog steeds bestrijders die aangeven dat het een normaal tot redelijk normaal jaar is. Dat zijn meestal de plaatsen waar geen wateroverlast is geweest.
Vliegen en muggen profiteren
Normaal gesproken staat augustus bekend als de echte wespenmaand. Met het zeer vroeg wakker worden van de koninginnen in het voorjaar, was te verwachten dat de echte overlast van wespen al begin juli flink op gang zou komen. Door de regen zijn echter tientallen procenten van de werksters niet teruggekeerd naar het nest waardoor er hongersnood onder de larven in het nest optrad en de bouw van het nest ernstige vertraging opliep. Rond deze tijd, half augustus, zou je volop wespen op de terrassen en bij fruitbomen moeten aantreffen. Op veel plaatsen is dat niet het geval. De meeste mensen zullen hier overigens geen problemen mee hebben. Een nadeel van weinig wespen is overigens wel dat de natuurlijke bestrijding van vliegen en muggen dit jaar beduidend minder is. Een werkster vangt gemiddeld zo’n anderhalve prooi per uur. Een wespennest op sterkte zou rond deze tijd van het jaar rond de honderdduizend vliegen en muggen per dag wegvangen.
Moeilijker te bestrijden
Uit de rondgang langs de bestrijders kwamen nog een paar interessante observaties. De nesten die gemeld worden blijken vaker op moeilijk te bestrijden plaatsen te zitten zoals onder dakpannen en in spouwmuren. Wespen in de grond en in coniferen worden veel minder dan normaal aangetroffen. Dit duidt ook op het effect van het slechte weer.
Bij de wespennestmeldingen blijkt het opvallend vaak te gaan om de Franse veldwesp, een wesp met opvallend lange poten. Deze wesp is duidelijk met een opmars bezig vanuit zuidelijkere streken en de hoge temperaturen dit jaar in ons land doen deze wespen blijkbaar goed.
Tenslotte hebben de bestrijdingsdiensten dit jaar met opmerkelijk veel garantiegevallen te maken. Dat zijn situaties waarbij een nest dat met gif bestreden is weer tot leven komt. Meestal na enkele dagen maar soms pas na twee weken. Op deze schaal is dat nog nooit voorgekomen en men heeft nog geen idee waar dit door komt.
Toekomst vaker extreme neerslag
De sterke invloed van de extreme buien op de ontwikkeling van wespennesten was nog niet bekend. Het roept de vraag op hoe de wespenpopulatie zich in de komende jaren gaat ontwikkelen. Uit de nieuwe KNMI klimaatscenario’s die in mei uitkwamen blijkt dat Nederland steeds vaker te maken krijgt met extreme regenbuien. De toename is ondanks de verschillen in alle scenario’s zichtbaar. De buien in de afgelopen maanden passen in dat beeld. Daarbij constateert het KNMI dat de intensiteit van extreme neerslag sinds 1950 toeneemt.
Tekst: Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto's: Richerman; Nigel Jones.
Film: Arnold van Vliet
Kaart: KNMI