Speur dit voorjaar mee naar scholeksters met kleurringen
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)Afgelopen winter zijn op verschillende locaties in de Waddenzee scholeksters gevangen om hun lichaamsconditie te bepalen. Dat is gedaan door bloedwaardes te meten, bijvoorbeeld de verhouding tussen rode en witte bloedcellen, en aan de hand van biometrische gegevens zoals gewicht en verenkleed. Vervolgens hebben onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Sovon bij de vogels kleurringen aangebracht. Zo kunnen ze worden teruggevonden om het broedsucces te bepalen.
Terugvinden in het binnenland
Een laag broedsucces zal vaak samenhangen met omstandigheden in het broedgebied, maar mogelijk ook met de conditie van de scholeksters als ze terugkeren uit hun overwinteringsgebied. Veel scholeksters trekken namelijk van de kust naar het binnenland om te broeden. Wat voor route volgen ze daarbij? Waar komen de geringde scholeksters precies terecht? Hoe succesvol broeden ze uiteindelijk? En: is er een verband tussen hun broedsucces en hun overwinteringsgebied of hun lichaamsconditie in de winter?
Om antwoorden te vinden op deze vragen, is het van groot belang dat zoveel mogelijk gekleurringde scholeksters worden teruggevonden. Zo werd de vogel met kleurringcode BLP-GPY6 op 17 januari gevangen op de Vliehors en op 24 februari gefotografeerd bij de Ruskenveenseplas in Hoogkerk (zie foto hieronder).
Zie je dus een scholekster met kleurring? Geef hem dan zo snel mogelijk door op www.wadertrack.nl. Het is zelfs mogelijk om de ringcode van de scholekster direct in het veld te uploaden naar Wadertrack met de BirdRing app op je smartphone. Dan kunnen de onderzoekers er meteen naartoe!
Waar moet je op letten?
Scholeksters worden op verschillende manieren geringd, afhankelijk van onder andere de locatie waar ze zijn gevangen. Op den duur raken de diverse combinaties van ringen op, en dan moet er dus een nieuw ringsysteem bedacht worden. Afgelopen winter is juist zo'n nieuw systeem in gebruik genomen. Scholeksters uit het CHIRP project zijn daarom dit voorjaar extra makkelijk te herkennen. Let op een kleine kleurring - de zogenoemde marker - op het onderbeen met daaronder een letterring. Dat is een iets grotere ring met een letter of cijfer. Het andere onderbeen heeft ook een letterring. De combinatie van kleur, inschrift en ligging van de ring is uniek, waardoor een geringde scholekster individueel herkend kan worden. Op de website van Wadertrack kun je daarvoor met de kleurcodekiezer eenvoudig de juiste code genereren.
Volgen met een zender
Op Vlieland heeft het onderzoeksteam een deel van de scholeksters daarnaast ook uitgerust met een GPS-zender, om hun gedrag en locatie te kunnen volgen. Zo willen ze het effect van verstoring in de wintergebieden onderzoeken. Want verstoring leidt mogelijk tot conditieverlies, omdat de scholeksters niet kunnen foerageren waar ze dat willen. Twintig scholeksters hebben op dit moment naast ringen ook een zender. Zolang de scholeksters op of rond Vlieland verblijven kun je ze volgen via het UvA Bird Tracking System.
Omdat de onderzoekers de GPS-trackers alleen op korte afstand kunnen uitlezen, raken de vogels ‘zoek’ zodra ze Vlieland of Noord-Texel verlaten. Maar als je zo’n vogel in het binnenland ziet, kunnen we langskomen en proberen contact te maken om de gegevens uit te lezen en zo te achterhalen waar de scholekster broedt.
Geef GPS-scholekster een naam
Het terugvinden van deze gezenderde vogels is een grote uitdaging. Alle hulp is dus meer dan welkom! Zie jij één van de gezenderde scholeksters, en ben je de eerste die dat exemplaar afleest en doorgeeft? Dan mag jij deze vogel een naam geven! Sytze Algera heeft de eerste gezenderde scholekster - “Wietske” - op 14 maart buiten Vlieland/Noord-Texel bij de Balgzandpolder teruggevonden. Ze was op 18 december op Vlieland gevangen.
Meer informatie over CHIRP vind je op www.chirpscholekster.nl
Tekst: Magali Frauendorf, NIOO-KNAW
Foto's: Ana Buren en Gerrit Welgraven