Natuurbrug aantrekkelijk voor loopkevers
Boeken Interim & OnderzoekIn Zuid-Kennemerland liggen goed ontwikkelde duingebieden. Kilometers breed en met een enorme variatie aan planten en dieren. Het gebied van 7.000 hectare tussen Noordwijk en IJmuiden wordt echter doorsneden door twee wegen (de N200 en N201) en de spoorlijn Haarlem-Zandvoort. Deze infrastructuur vormt een lastige barrière voor allerlei dieren, vooral degene die zich moeizaam verspreiden. Om deze barrièrewerking enigszins te verzachten worden drie natuurbruggen aangelegd. Het belang van natuurverbindingen voor bodemfauna is het grootst voor niet-vliegende, slecht verbreidende soorten, zeker als deze sterk gebonden zijn aan een specifiek biotoop zoals duingrasland. De eerste natuurbrug, de Zandpoort over de weg naar Zandvoort, is eind 2013 opgeleverd. In de loop van 2017 zijn die over de spoorlijn en Bloemendaalse Zeeweg ook gereed.
In 2015 is gestart met het monitoren van loopkevers en andere bodemfauna. Zo beschikken we over een goede nulmeting voor de nog te bouwen bruggen en krijgen inzicht in de kolonisatie op de reeds gerealiseerde natuurbrug.
Resultaten Zandpoort
De resultaten van 2015 (pdf; 2,1 MB) laten zien dat een spaarzaam begroeide zandvlakte, zoals het dek van de Zandpoort, zeer aantrekkelijk is voor een groot aantal, soms zeldzame soorten. Hieronder natuurlijk een flink aantal goede vliegers, zoals de Bruingele Glimmer (Amara bifrons), Gele Glimmer (Amara fulva), Basterdzandloopkever (Cicindela hybrida), Variabele Kruiper (Harpalus anxius) en Brede Duinkruiper (Harpalus servus), maar ook een aantal soorten zonder vleugels of waarvan geen vliegwaarnemingen bekend zijn, zoals de Korte Glimmer (Amara curta), Stuifzandglimmer (Amara quenseli), Zandtandklauw (Calathus erratus), Duintandklauw (Calathus mollis), Dwergkruiper (Harpalus pumilus) en Bronzen Dwergloper (Syntomus foveatus).
Een andere opmerkelijke uitkomst is dat de biodiversiteit van vergelijkbare biotopen sterk kan verschillen. Zo werd de typische duingraslandsoort Duinloper (Masoreus wetterhallii) slechts op twee plekken aangetroffen. Voor niet-vliegende soorten met een uitgesproken biotoopvoorkeur als deze zullen natuurverbindingen een belangrijke bijdrage aan de verspreiding betekenen.
Naast loopkevers is ook gekeken naar veel andere groepen bodemdieren, zoals pissebedden, hooiwagens, duizend- en miljoenpoten.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van PWN, Provincie Noord-Holland en Waternet en is in 2016 voortgezet.
Tekst: Michiel Boeken, Boeken Interim & Onderzoek (BIO)
Foto’s: Richard Bartz, CC BY-SA 2.5 (leadfoto: basterdzandloopkever); Michiel Boeken
Kaart: Michiel Boeken