Klimop bij nacht

Wil je verrast worden? Ga dan eens als het donker is met een zaklamp je tuin in en kijk wat je op de bloemen te zien krijgt. Als het meezit kun je er diverse soorten nachtvlinders aantreffen. Tot nu toe is 2016 een erg slecht jaar voor de najaarsnachtvlinders, maar het kan maar zo beginnen. Je ziet wel vaker dat er pas veel herfstsoorten tevoorschijn komen na de eerste forse nachtvorst en die hebben we nu nog niet gehad.

Het zijn vooral vlinders van de familie van de uilen die op de bloemen afkomen. De agaatvlinder is een heel algemene soort die overal verspreid in het land voorkomt en ook veel in tuinen te zien is. De meeste vliegen van mei tot en met oktober, maar ook de maanden daarna worden ze wel gezien. De meeste agaatvlinders overwinteren echter als rups of pop. De agaatvlinder is onmiskenbaar. Het is een grote vlinder met diverse tinten bruin en een opvallende ‘bochel’ in zijn vleugels.

De bruine herfstuil is ook regelmatig op klimop te vinden. Zoals de naam al aangeeft is deze vooral in de herfst actief en oktober is dan ook een topmaand. Nu echter zijn er nog maar bitterweinig gemeld op Waarneming en Telmee. Vorig jaar in oktober waren het er meer dan 6000 en momenteel (tot 20 oktober) nog niet eens 100. Ook deze soort is verspreid over het land te vinden en het is een soort van loofbossen, struwelen, parken en tuinen. Het is een bruine uil, duidelijk wat kleiner dan de agaatvlinder en hij heeft een opvallend geschubd rood lijntje langs de achterrand van de vleugels. De eitjes, die worden afgezet op diverse loofbomen en struiken worden dus in de herfst afgezet en deze overwinteren. In het voorjaar, vanaf maart zo’n beetje, komen de rupsen tevoorschijn, die beginnen te eten van de bloemen. Later doen ze zich te goed aan de bladeren en ze verpoppen een week of zes later.

Agaatvlinder en bruine herfstuil zijn algemene vlinders, maar je kunt ook verrassende waarnemingen doen op de klimop in je achtertuin. Zo werd er in een stadstuin in Culemborg een kadeni-stofuil gezien, een zeldzame soort die vooral in het zuiden van Nederland de laatste jaren wordt gevonden.

We zijn benieuwd of de herfstvlinders nog tevoorschijn komen de komende weken en willen u dan ook vragen om regelmatig de klimop bij u in de tuin ’s avonds even langs te gaan en de vlinders die u erop tegenkomt door te geven. Dat kan via Waarneming of Telmee, maar u kunt ook meedoen met de Jaarrond Tuintelling. Daar kunt u de nachtvlinders doorgeven, maar ook alle andere planten en dieren die u in uw tuin te zien krijgt.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting