klokjesgentiaan primair

Klimaatbestendig heidebeheer

De Vlinderstichting
3-OKT-2016 - Klimaatextremen worden met de voortschrijdende opwarming steeds duidelijker zichtbaar. Na de extreme regenval in juni zitten we nu sinds eind augustus weer met een uitzonderlijke droogte. Het bedreigde gentiaanblauwtje heeft daar steeds meer last van, maar met gerichte maatregelen kunnen de effecten beter worden opgevangen.

Door verdroging staan gentianen alleen op laagste plekken die juist bij extreme regenval onder water staanKort geleden kwamen terreinbeheerders uit verschillende delen van het land op de Strabrechtse Heide bij elkaar om de mogelijkheden voor een klimaatbestendig heidebeheer in het veld te bespreken. Het gentiaanblauwtje geldt wel als het vlaggenschip van de natte heide. De bedreigde vlinder heeft de zeldzame klokjesgentiaan als waardplant voor de jonge rups, maar de rups verhuist vervolgens naar de veilige omgeving van het nest van knoopmieren, die als adoptieve ouders zorgen voor de verdere ontwikkeling tot het uitkomen van de vlinder. Maar deze fraaie symbiose staat onder druk. Door verdroging zijn de gentianen teruggedrongen tot de natste laagten, waarvan de omgeving vaak overgroeid is geraakt door het ruige gras pijpenstrootje. Bij extreme regenval blijven de laagten langdurig onder water staan. De mierennesten met de rupsen kunnen dan verdrinken en de groei van de gentianen staat stil.

 

Beheerders overleggen op Strabrechtse heide over klimaatbestendig heidebeheerDoor het nemen van kleinschalige maatregelen over de hele hoogtegradiënt, zoals ondiep plaggen of chopperen, kan het leefgebied worden uitgebreid van nat naar droog. In droge jaren zijn de natte laagten dan geschikt en in natte jaren kunnen mieren en gentiaanblauwtjes hogerop de gradiënt terecht. De afgelopen jaren is in verschillende terreinen in Noord-Brabant met subsidie van de provincie uitvoering aan deze maatregelen gegeven. Daar kunnen naast het gentiaanblauwtje ook levendbarende hagedis, heikikker en zeldzame insecten als veenmier en zompsprinkhaan van profiteren.

Tijdens een workshop in september werden de ervaringen in Brabant gedeeld met andere beheerders uit de regio (inclusief de Vlaamse Kempen) en uit de andere provincies met belangrijke natte heidegebieden – Limburg, Gelderland, Overijssel en Drenthe. Duidelijk werd dat de maatregelen plaatselijk al succes hebben. Tegelijkertijd is ook een betere afstemming nodig met de uitvoering van maatregelen voor het vernatten van natuurgebieden, zodat deze de effecten van extreme neerslag niet verergeren door een te plotselinge uitvoering. Via monitoring kunnen de effecten worden bijgehouden en kan ook van de verschillende werkwijzen worden geleerd.

Het project wordt uitgevoerd door De Vlinderstichting, Stichting RAVON en EIS Kenniscentrum Insecten, in samenwerking met Staatsbosbeheer, Brabants Landschap, Natuurmonumenten, en Bosgroep-Zuid met subsidie van de provincie Noord-Brabant.

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: klokjesgentiaan); Michiel Wallis de Vries; Ronald Zollinger