Zonder Melkboleten geen Koperrode spijkerzwammen?
Nederlandse Mycologische VerenigingDe Melkboleet (Suillus granulatus, RL, Bedreigd) is een kleine tot middelgrote boleet met een bleekgele tot bruine kleverige hoed die onder vochtige omstandigheden slijmerig is. De poriën zijn cremekleurig tot olijfgeel. Jonge exemplaren scheiden bovenaan de steel en poriën melkwitte druppeltjes af. De Koperrode spijkerzwam (Chroogomphus rutilus, RL, Bedreigd) heeft een koperrode, onder vochtige omstandigheden kleverige (maar geen slijmerige) hoed met een bult. De donkerrode tot grijsbruine plaatjes lopen sterk af op de oranjegele tot koperrode steel. Het vlees is oranjegeel. Beide soorten zijn te vinden op matig zure en strooiselarme zandgrond en leven in symbiose met tweenaaldige dennen. Ze zijn vooral te vinden in jonge dennenbossen. Beide soorten hebben in de kalkrijke duinen hun hoofdverspreiding. In het Waddendistrict worden ze meestal gevonden in de nabijheid van schelpenpaden. Vooral in het binnenland heeft de Melkboleet het moeilijk. Met de Koperrode spijkerzwam gaat het overal slecht en werden er de laatste jaren slechts enkele waarnemingen van doorgegeven. Verzuring, vermesting en veroudering van naaldbossen worden als hoofdoorzaak gezien.
Gestorte schelpen
Koperrode spijkerzwammen groeien samen met boleten uit het geslacht Suillus en met Vezeltruffels (Rhizopogon spec.) De verbintenis van de Koperrode spijkerzwam schijnt van parasitaire aard te zijn maar daar is in het veld weinig van te merken. Juist bij grote vitale groepen Melkboleten maak je kans op Koperrode spijkerzwammen. In de Staatsbossen van Schoorl zijn ze met zekerheid alleen in gezelschap van Melkboleten gezien.
De berm met de Melkboleten heeft een reputatie vanwege het voorkomen van Koperrode spijkerzwammen. Een paar jaar geleden vond er in de berm een onverwacht incident plaats. Er werd pontificaal op de berm met Koperrode spijkerzwammen een berg schelpen gestort. Er werd eerst gedacht dat het gedaan was met de Koperrode spijkerzwammen van de berm. Uiteindelijk werden de schelpen weer vrij snel afgevoerd en gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden elders maar er bleef een dikke laag schelpen achter. Een jaar later werd de berm onderzocht om te zien of er misschien toch nog iets interessants tevoorschijn was gekomen en met onverwacht resultaat. Ruim twintig Koperrode spijkerzwammen waren door de schelpenlaag tevoorschijn gekomen. De oorzaak, zo werd gedacht, zal te maken hebben met de achtergebleven schelplaag. De kalk hiervan zal de Koperrode spijkerzwammen goed hebben gedaan. Momenteel verdwijnen de schelpenpaden in rap tempo om plaats te maken voor betonnen paden, iets wat niet alleen gebeurt in de Staatsbossen van Schoorl.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging