Reddingsactie voor zeldzame wilde appelboom
StaatsbosbeheerBoersberg
De landelijke aftrap van de actie werd verricht door leerlingen van de Jac. P. Thijsseschool uit Renkum. Op de stuwwal van de Boersberg bij Doorwerth plantten zij samen met directeur Staatsbosbeheer Sylvo Thijsen 60 nieuwe wilde appelboompjes. Ook in gebieden van Natuurmonumenten, Geldersch Landschap & Kasteelen, Het Drentse Landschap en Nationaal Park De Hoge Veluwe werden jonge wilde appels geplant.
Eetbaar maar zuur
Wilde appeltjes (Malus sylvestris) zijn drie tot vier centimeter groot. Ze zijn eetbaar, maar de smaak is erg zuur. Ze zijn goed aangepast aan het Nederlandse klimaat en de specifieke groeiplaatsen en daardoor veel minder vatbaar voor ziekten. Op dit moment is naar schatting slechts 3% van de Nederlandse bomen en struiken als inheems (in vaktermen: autochtoon) te omschrijven. Het gaat om bomen en struiken waarvan het genenmateriaal sinds de laatste ijstijd in Nederland voorkomt. Hierdoor dragen ze sterk bij aan een grotere biodiversiteit.
Verkoolde kroosjes
Wilde appels zijn onderdeel van ons groene erfgoed. Er is bewijs dat ze al 10.000 jaar geleden in Nederland groeiden: bij opgravingen bij prehistorische nederzettingen zijn in haardvuur verkoolde kroosjes gevonden. Uit archieven uit de Middeleeuwen blijkt dat de wilde appel toen erg geliefd was als hoogwaardig veevoer. Er waren toen zelfs verordeningen om deze soort te beschermen en in stand te houden. In Frankrijk wordt van de vruchten ook nu nog de sterke drank calvados gestookt.
Tekst: Staatsbosbeheer
Foto's: Lieke Vullings; Hans Hillewaert, CC BY-SA 3.0-licentie