Berkenzwam maakt ruimte voor andere bomen
Nederlandse Mycologische VerenigingBerkenzwammen selectief
De Berkenzwam of Berkendoder (Piptoporus betulinus) is één van de bekendste buisjeszwammen op berken. Hij is kussenvormig en bezit een dikke, ingerolde hoedrand met een korte zijdelings geplaatste steel. De dunne hoedbekleding van de jonge Berkenzwammen is nog wit en glad maar wordt bij veroudering langzaam bruin. Hij is eenjarig en kan het hele jaar door gevonden worden op kwijnende of dode stammen en takken van berken. De Berkenzwam is een zwakteparasiet die bruinrot veroorzaakt van het hout. De boom kan geinfecteerd worden via wondplekken, bijvoorbeeld ontstaan door afgezaagde of afgewaaide takken. Het bruinrot breidt zich stamwaarts uit en vaak breekt het aangetaste deel van de boom af, waardoor een enkele meters hoge dode stam blijft staan die verder wordt verteerd. Pas nadat de boom is afgestorven, verschijnen er Berkenzwammen. Ze kunnen nog een tijd doorleven op het dode hout totdat het hout door bruinrot volledig is opgesoupeerd.
Voorkomen
Berkenzwammen komen in de kleigebieden veel minder voor dan op de zandgronden en veengebieden van ons land. Het verspreidingskaartje laat dit duidelijk zien. Sinds de jaren tachtig is de Berkenzwam in Nederland explosief toegenomen door verschillende oorzaken. Sinds het verdwijnen van het traditionele boerenbedrijf in de veenweidegebieden van laag Holland kreeg bosvorming een kans met onder andere veel berken. Op de slappe veengrond gedijen berken goed, maar uit de kluiten gewassen berken vallen (door storm) vaak om vanwege diezelfde slappe grond waarop ze staan. Ook staan berken op deze plaatsen vaak te dicht op elkaar waardoor de kruinen in elkaar steken en de bomen elkaar het uitgroeien belemmeren. Dit gaat ten koste van de vitaliteit van de berken met een toename van de Berkenzwam tot gevolg. Verandering van het grondwaterpeil door bijvoorbeeld toepassing van onderbemaling is ook een belangrijke oorzaak van het kwijnen van berken. Op de zandgronden is de toename van het bosareaal en het ouder worden van bossen een belangrijke oorzaak. Hier worden berken als pionierbomen met name door zomereiken verdrongen. De kwijnende bomen zijn een goede prooi voor de Berkenzwam. Onderzoek heeft aangetoond dat op open standplaatsen, bijvoorbeeld lanen, wegbermen en houtwallen, veel minder Berkenzwammen voorkomen. Er is geen reden om aan te nemen dat de Berkenzwam een voorkeur heeft voor Zachte berk boven Ruwe berk. Berken worden op grote schaal door de Berkenzwam aangetast.
Tenslotte
De Berkenzwam is belangrijk voor onder andere insecten en geleedpotigen die er in leven of overwinteren. De berk is op zijn beurt een boomsoort waarbij een zeer groot aantal in symbiose levende (mycorrhiza's vormende) paddenstoelsoorten voorkomen. Mycorrhizerende paddenstoelsoorten behoren tot de mooiste paddenstoelen van Nederland. Vele zeldzame bedreigde russula's, ridderzwammen, boleten, satijnzwammen en gordijnzwammen komen bij berken voor. Het is frustrerend om een berk ten onder te zien gaan door de "ordinaire" Berkenzwam, terwijl je bij de berk jarenlang een zeldzame paddenstoel hebt gemonitord. Het beschermen van paddenstoelen is een ingewikkelde zaak.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging (leadfoto: berkenzwam)