Mensen die allergisch zijn voor het pollen van de hazelaar kunnen met de kerstdagen hooikoortsklachten ervaren. Op verschillende plaatsen in het land zijn de eerste hazelaars namelijk al volop in bloei gezien. Opvallend is dat bij sommige bloeiende struiken nog groen blad van afgelopen jaar aan de takken hangt. De katjes van veel andere hazelaars worden langzaam langer. Met de verwachte maximum- en minimumtemperaturen boven de tien graden Celsius aan het einde van deze week zullen steeds meer hazelaars in bloei gaan komen. Vroeger lag de piek van de eerste bloei van de hazelaar rond 15 februari. Mogelijk valt de piek van eerste bloei dit jaar voor het eerst al voor de jaarwisseling. Het jaar waarin de hazelaars tot nu toe het vroegst bloeiden was 2013 met een gemiddelde eerste bloeidatum van 6 januari. Het is overigens ook waarschijnlijk dat de eerste vroegbloeiende elzen de komende dagen in bloei gaan komen en pollen gaan verspreiden. We roepen deelnemers aan Allergieradar.nl op om de komende weken hun klachtenscores bij te houden zodat we kunnen zien of de bloeiende hazelaars en elzen invloed hebben op de mate van hooikoortsklachten in Nederland.
Speenkruid in bloei
Dat hazelaar en els al bloeien komt door een combinatie van de extreem hoge temperaturen in de afgelopen weken in combinatie met een paar nachten met lichte vorst aan de grond halverwege oktober. De vorst is voor de bomen en planten die in de winter een koude periode nodig hebben om snel in bloei te komen zodra de temperaturen flink oplopen waarschijnlijk een signaal geweest dat het winter was. Naast bloeiende hazelaar is aan veel meer planten te zien dat het zeer warm is. Op diverse plaatsen wordt het eerste bloeiend speenkruid gezien en staat fluitenkruid te bloeien en in tuinen hebben diverse rozen nog bloemen. We roepen het publiek op om eerste bloeiwaarnemingen van voorlentebloeiers zoals hazelaar, speenkruid en els door te geven op www.natuurkalender.nl. Wat er allemaal precies nog in bloei staat zal gaan blijken uit de Plantenjacht die FLORON voor de tweede maal organiseert van vrijdag 25 december tot zondag 3 januari. Plantenliefhebbers overal in Nederland gaan dan op zoek naar bloeiende planten. Dat kan wel eens een lange lijst gaan worden.
Late herfst
De lage temperaturen half oktober waren voor veel bomen en struiken het signaal om het proces van bladverkleuring en bladval een extra impuls te geven. Het aantal verkleurde bladeren aan de bomen schoot met tientallen procenten omhoog in twee weken tijd. Dat is onder andere in figuur 1 te zien. Van twee zomereiken, drie witte paardenkastanjes en een ruwe berk hebben we de afgelopen weken met grote regelmaat bepaald hoeveel procent van de bladeren de herfstkleur had. De drie paardenkastanjes waren duidelijk als eerste helemaal verkleurd. Opvallend is het grote verschil tussen de snelheid van verkleuring van de individuele bomen. De paardenkastanje naast het verkeersbord (rode lijn met vierkantjes) en naast het gebouw (groene lijn met driehoekjes) staan in feite naast elkaar en toch laten ze allebei een duidelijk ander verkleuringspatroon zien. De paardenkastanje op de hoek (oranje lijn met bolletjes) staat zo’n 25 meter van de andere twee vandaan.
Groenindex
De dikke zwarte lijn in de figuur is de Groenindex voor het loofbos in Nederland. De Groenindex is afkomstig van Groenmonitor.nl en wordt gemeten door satellieten. Voor elk vakje loofbos van 25 bij 25 meter is bepaald hoe groen het vakje is (bij de afwezigheid van wolken). De Groenindex loopt van 0 tot 1. Aan de zwarte lijn is duidelijk te zien dat de Groenindex vanaf half oktober sterker naar beneden liep. Op basis van waarnemingen van de bladverkleuring van beuk en zomereik in het kader van De Natuurkalender concluderen we dat de bladverkleuring zo’n 7 tot 10 dagen later is dan 50 jaar geleden. Ook aan de gegevens van de Groenindex is goed te zien dat we dit jaar een late herfst hadden. Vorig jaar begon de herfstkleuring al heel vroeg en verliep vervolgens geleidelijk. Twee jaar geleden, in 2013 hadden we ook een late herfst maar toch begon de echte herfstkleuring dit jaar later. Rond 1 november lag de Groenindex voor 2013, 2014 en 2015 weer op hetzelfde niveau.
Gras groeit nog door
De Groenindex van agrarisch landschap had in oktober een heel opvallend verloop. De index zakte namelijk heel sterk terwijl hij in voorgaande jaren rond die tijd geleidelijk terugzakte. We vermoeden dat veel boeren nog een keer extra gemaaid hebben. Het maaien zorgt er ook voor dat het verloop van de groenheid gedurende het jaar bij agrarisch grasland (figuur 3) niet zo mooi geleidelijk loopt als het verloop van de groenheid van loofbos (figuur 2). Door de hoge temperaturen aan het einde van oktober en in november loopt de Groenindex van agrarisch grasland niet verder terug maar stabiliseert waardoor de groenheid op 1 december weer vergelijkbaar is met de waarde op dat moment in 2014. November 2014 was namelijk ook zeer zacht. November 2013 was beduidend kouder waardoor de Groenindex voor agrarisch grasland lager lag begin december. Het is afwachten of door de hoge temperaturen later in de week het gras weer groener gaat worden en de Groenindex weer op gaat lopen.
Weilanden in Utrecht het groenst
Als we de groenheid van de graslanden in de verschillende provincies vergelijken zien we dat de weilanden in Utrecht het groenst zijn met een gemiddelde Groenindex van 0,55, op de voet gevolgd door Zuid-Holland (0,53) en Friesland (0,52). De variatie in groenheid tussen de afzonderlijke blokjes van 25 bij 25 meter grasland is groot waardoor je niet van statistisch significante verschillen in groenheid tussen de provincies kunt spreken.
Tekst: Arnold van Vliet & Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University; Gerbert Roerink, Alterra, Wageningen UR; Letty de Weger, Leids Universitair Medisch Centrum
Foto’s: Arnold van Vliet