Middagdutje voor Veldmuizen
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsWanneer je informatie zoekt over de foerageeractiviteit van Veldmuizen lees je zonder uitzondering dat Veldmuizen een cyclus van twee tot drie uur hebben, en dat individuen in een populatie synchroon actief zijn, waarschijnlijk om het risico om opgegeten te worden te verkleinen (‘safety in numbers’). Zoek je even wat verder dan ontdek je dat deze informatie afkomstig is uit onderzoek van Serge Daan en Steven Slopsema uit 1978. Hun veldonderzoek vond plaats in het Lauwersmeergebied, waar zij inloopvallen hadden geplaats die gedurende een aantal etmalen elke 20 minuten werden gecontroleerd. Ook ’s nachts hebben zij vallen gecontroleerd, maar dat bleef beperkt tot drie nachten in september. Veel meer en misschien ook nauwkeuriger data zouden kunnen worden verzameld als muizen niet elke 20 minuten opnieuw gevangen hoeven te worden, maar als ze automatisch gevolgd zouden kunnen worden. Werkgroep Grauwe Kiekendief experimenteerde met gechipte muizen en een automatisch registratiesysteem.
Werkgroep Grauwe Kiekendief heeft gedurende meer dan twee jaar onderzoek gedaan aan Veldmuizen in akkers en faunaranden. Hiervoor werden Veldmuizen gevangen en met kleine onderhuidse chips uitgerust om ze individueel te kunnen herkennen wanneer ze terug werden gevangen. Als experiment zijn in november 2014 antennes in het onderzoeksgebied in een faunarand geplaatst die verbonden waren aan een automatisch registratiesysteem. Zes ronde antennes werden in het vanggebied op de grond geplaatst met een klein beetje voer in het midden. Wanneer een gechipte muis binnen het bereik van een antenne kwam werden zijn code en het tijdstip geregistreerd.
In de hiernaast staande figuur wordt samengevat wat de bevindingen waren. In totaal werden veertien muizen door de antennes geregistreerd. Wat opvalt is dat de muizen het meest actief zijn in de nacht, en er een dip in de activiteit lijkt te zitten in de vroege ochtend en in de middag. Rond deze periode in november komt de zon om circa acht uur op en gaat om halfvijf weer onder, wat overeenkomt met de timing van lage en hoge activiteit. Daan en Slopsema vingen geen muizen in de eerste twee uren na zonsopkomst, wat aardig overeenkomt met onze metingen. Een middagdip zagen zij niet, wat hiervan de oorzaak zou kunnen zijn weten we niet, maar misschien hangt het samen met verschillen in het weer of in voedselomstandigheden.
Wat Daan en Slopsema ook lieten zien was dat de activiteit van Veldmuizen in het Lauwersmeergebied terug was te zien in het vangsucces van Torenvalken. Zouden Grauwe Kiekendieven en Velduilen die jagen boven de faunaranden hier ook mee te maken hebben? Maken de Veldmuizen het de jagende vogels zo extra lastig door met z’n allen tegelijkertijd boven de grond te komen om snel wat te eten om dan weer snel allemaal onder de grond te verdwijnen?
Eerdere natuurberichten over het onderzoek naar Veldmuizen in faunaranden:
- Luzerne-faunaranden: gecontroleerde muizenhaarden
- Verplaatsingen Veldmuizen in faunaranden gevolgd
- Luzerne goede buffer tegen Veldmuizenschade
Tekst: Popko Wiersma, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Rudmer Zwerver, Saxifraga; Werkgroep Grauwe Kiekendief
Figuur: Werkgroep Grauwe Kiekendief