Zeer zeldzaam Prachttrechtertje ontdekt in Westduinpark Den Haag
Nederlandse Mycologische VerenigingVindplaats en voorkomen
De duinvallei waar het Prachttrechtertje (Haasiella venustissima) werd gevonden, is een onderdeel van het Westduinpark en ligt vlak achter de zeereep, waardoor stuifzand vanaf het strand door de wind wordt aangevoerd. Hier groeien de Prachttrechtertjes op een zanderige strooisellaag in de nabijheid van een aantal oude Vlieren.
Het Prachttrechtertje is zeer zeldzaam en staat in de categorie “Kwetsbaar” op de Rode Lijst. Hij is in Nederland behalve van het Westduinpark te Den Haag ook bekend van één locatie in de omgeving van Winterswijk en twee locaties in Zuid-Limburg.
Het Prachttrechtertje komt wereldwijd alleen voor in Europa maar wordt hier overal beschouwd als zeer zeldzaam. In november 2014 werd hij voor het eerst in Oost-Vlaanderen gevonden, ook op de strooisellaag onder Vlierstruiken.
Zijn Nederlandse naam waardig
Het Prachttrechtertje is zeer groot voor een trechtertje. Het moet wel een langzaam groeiende soort zijn want de Prachttrechtertjes op de foto zijn al een maand oud. De hoedjes van de exemplaren op de foto zijn circa 5 centimeter breed.
Toen ze voor het eerst werden gevonden was de eerste gedachte dat het de zeer algemene Valse hanekam zou zijn. Tijdens de determinatie werd echter helder welke verschillen er zijn met de Valse cantharel. Het Prachttrechtertje is met deze verschillen ook in het veld gemakkelijk te onderscheiden van de Valse hanekam. De Valse hanekam heeft bijvoorbeeld lamellen die zich splitsen en een steel met donkere basis die bij veroudering donkerbruin tot zwart wordt. Het Prachttrechtertje heeft een met een handloep zichtbare harige hoedrand en een kenmerkende, sterke en niet onaantrekkelijke parfum- of zeepgeur met een zoetige component.
Er bestaat ook nog een zeer verwante Haasiella splendidissima, die alleen microscopisch verschilt van het Prachttrechtertje. Deze soort is nog niet met zekerheid uit Nederland bekend. Haasiella splendidissima is in Europa mogelijk nog zeldzamer dan ons Prachttrechtertje. Het is een viersporige vorm en bezit gespen. Ons Prachttrechtertje is tweesporig en heeft geen gespen.
De mooie aflopende plaatjes in combinatie met het heldere oranje en de golvende hoedrand van volgroeide exemplaren maken dat het Prachttrechtertje deze waardige Nederlandse naam zeer terecht draagt.
Tekst: Ruud Wielinga en Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Ruud Wielinga; Martijn Oud; Peter Peperkamp