Komen de roofvogels nog?
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
In een gemiddeld najaar zien we vooral in de derde week van oktober een duidelijke piek in de trek van roofvogels. Buizerd en sperwer komen dan in flinke aantallen door. Dit najaar druppelt het echter een beetje door zonder duidelijke piek. Ook zien we een duidelijk verschil in de timing en de aantallen op de topdagen van dit jaar en bijvoorbeeld najaar 2013. Gaan we die achterstand in de komende tijd nog inhalen?
Welke soorten in oktober
Zeven roofvogelsoorten zijn in oktober regelmatig als doortrekker te zien, namelijk rode wouw, blauwe kiekendief, sperwer, buizerd, torenvalk, smelleken en slechtvalk.
Dit najaar zagen we bij ons alleen rode wouw, torenvalk en slechtvalk in normale aantallen. Die van blauwe kiekendief, sperwer, buizerd en smelleken vallen tot op heden tegen.
Herkomst in Scandinavië
Bijna alle ons passerende roofvogels hebben hun broedgebied in Scandinavië. In het zuiden van Zweden, bij Falsterbo, wordt de trek van roofvogels (en andere soorten) al decennia lang dagelijks bijgehouden. Alle genoemde soorten zijn dit najaar aldaar gezien in normale of relatief hoge aantallen, behalve de buizerd.
Weersomstandigheden ongunstig voor zichtbare trek
De buizerd is voor de trek afhankelijk van thermiek en/of gunstige windomstandigheden. De overige soorten zijn goede vliegers die ook actief vliegend hun doel kunnen bereiken. De weersomstandigheden bij ons waren niet gunstig. Vanaf 13 oktober was het op twaalf dagen zwaar bewolkt, grauw met soms motregen, en de zwakke wind kwam doorgaans uit noordelijke richtingen. Veel vogelsoorten trokken boven de lage bewolking, geholpen door de meewind maar onzichtbaar voor de trektellers. Dit weten we dankzij de beelden van de vogelradar, die op sommige dagen op tilt sloeg. De kans is groot dat ook diverse roofvogelsoorten buiten het zicht van de trektellers overkwamen.
Buizerd apart verhaal
Bij de buizerd is het een ander verhaal. De zwakke wind was niet voldoende om deze zwever zonder veel inspanning in de lucht te houden. Buizerds zijn ook niet aangepast om lange afstanden af te leggen. Honderden kilometers per dag leggen ze alleen af onder optimale omstandigheden, met veel thermiek. In de loop van oktober wordt de kans op thermiek steeds kleiner. Flinke afstanden afleggen kan dan wel bij een stevige wind in de rug of bij winden uit zuidoost tot zuidwest, zodat ze hoogte kunnen winnen. Daarnaast weten we dat een deel van de buizerds niet de oversteek naar Denemarken maakt bij Falsterbo, maar noordelijker via Noord-Sjaelland (Hellebaek en Helsingor). Dik kans dat er nog een deel in de wacht zit in Denemarken en Noord-Duitsland om te vertrekken. In het najaar van 2014 was er begin november nog opvallende doortrek van buizerds.
Vorstvluchten
De komende periode blijft het vrij zacht, niet alleen bij ons maar ook in onze omgeving, tot in Scandinavië aan toe. Wanneer ten noordoosten van ons land echt winterweer inzet, met veel sneeuwval, dan zien we soms ‘vorstvluchten’. Dit verschijnsel kennen we bij de roofvogels van blauwe kiekendief en buizerd. Het kan optreden in november, maar ook pas diep in de winter. Vogels die tot dan toe noordoostelijk van ons verbleven, moeten dan toch verkassen naar zuidelijker streken. Veelal samen met allerlei soorten watervogels en zangvogels, waaronder de kramsvogel. We zijn benieuwd wat het najaar en de winter voor ons nog in petto heeft. Via www.trektellen.nl blijft u op de hoogte.
Tekst: Jan Schoppers, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Arjan Boele, Sovon Vogelonderzoek Nederland