Slanke waaierslakken kondigen komst van de winter aan
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
De omschakeling naar de wintertijd, dalende temperaturen, het vallen van de bladeren, het vertrek van trekvogels naar het zuiden: het zijn allemaal jaarlijks terugkerende fenomenen die de komst van de winter aankondigen. In het zoute water zien we nu ook een aantal seizoensgebonden fenomenen die de komst van de winter duiden. Al ruim een maand wordt het voedsel van de Slanke waaierslak in de Oosterschelde waargenomen. En op 1 november 2015 zijn er in de Oosterschelde weer Slanke waaierslakken gezien. Ook sportduikers weten het nu zeker: de winter met het ijskoude water komt er snel aan!
In onze kustwater komen veel zeedieren seizoensgebonden voor. Typische voorbeelden daarvan zijn de gesynchroniseerde opkomst in het najaar van de hydropoliep Eudendrium arbuscula, gevolgd door de komst van de Slanke waaierslak (Flabellina gracilis). En net zoals de vondst van het eerste kievitsei de lente aankondigt, vertellen de eerste Slanke waaierslakken die op 1 november in de Oosterschelde zijn gevonden ons dat de winter nu voor de deur staat.
Zeenaaktslakken zijn voedselspecialisten. Dat wil zeggen dat ze meestal maar één of een paar nauw verwante voedselsoorten consumeren. Eten ze maar één voedselsoort dan noemen we die dieren monofaag. De andere soorten die slechts een paar nauw verwante soorten eten zijn oligofaag. De Slanke waaierslak vertoont in de Nederlandse kustwateren typisch oligofaag eetgedrag. Het consumeert hier slechts twee specifieke voedselsoorten: de hydropoliep Eudendrium arbuscula en de nauw verwante soort Eudendrium album.
In de zomer is het voedsel van de zeenaaktslak niet aanwezig en treffen we de slak hier dus ook niet aan. In het najaar verschijnen de eerste hyropoliepen weer en vlak voor de winter, als er voldoende voedsel aanwezig is, worden de eerste Slanke waaierslakken waargenomen. De eerste waarneming van een Slanke waaierslak van dit najaar is, voor zo ver nu bekend, van 1 november 2015 bij de duiklocatie Kulkenol in de buurt van Zierikzee in de centrale Oosterschelde. In eerdere jaren zijn de eerste Slanke waaierslakken al in oktober aangetroffen. Gelijktijdig met de waarnemingen van de eerste Slanke waaierslakken zien we ook het verdwijnen van sportduikers in een natpak aan de dijk en treffen we er bijna uitsluitend alleen nog maar duikers in warmere droogpak-uitrustingen. En het wordt nu echt tijd om de winterjas uit de kast te halen.
De Slanke waaierslak wordt maximaal 18 millimeter lang. Het is een soort die jaarlijks, van het late najaar tot het einde van de lente, algemeen door sportduikers wordt aangetroffen in de Zeeuwse Delta. Er zijn ook waarnemingen bekend van Texel. De typische kleur van de papillen van de dieren die Eudendrium arbuscula eten is rood. Eten ze echter de ander Eudendriumsoort, Eudendrium album, dan zijn de papillen van de zeenaaktslak groen tot geelgroen gekleurd. Deze kleurvariant noemen we de Slanke waaierslak var. smaragdina.
Wereldwijd wordt de Slanke waaierslak aangetroffen van Groenland, IJsland en Noorwegen tot aan de Franse Atlantische kust. De soort is ook bekend van de Amerikaanse noordoostkust, van New Foundland tot New England, waar het specifieke voedsel van deze zeenaaktslak natuurlijk ook aanwezig is.
Tekst: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Foto’s: Peter H van Bragt; Theo v.d. Kamp