Goed distelvlinderjaar
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het aantal distelvlinders dat hier jaarlijks wordt gezien fluctueert sterk. In goede jaren gaat het om vele tienduizenden, in andere jaren om honderden. Dit jaar zijn er in mei al ruim 1200 meldingen en dat voorspelt vele duizenden vlinders komende zomer.
De distelvlinder is een trekvlinder, die de winter in Afrika doorbrengt. De nakomelingen van deze Afrikanen vliegen in het voorjaar naar noordelijker streken en als het allemaal meezit bereiken ze dan ook Nederland. Dit gebeurt in mei. Deze immigranten planten zich hier voort en in juli en augustus verschijnen de nieuwe vlinders.
De aantallen die hier in Nederland te zien zijn fluctueren enorm. Hoeveel ons land bereiken is namelijk van veel zaken afhankelijk. In de eerste plaats hoeveel distelvlinders er in Afrika zijn. Als daar ongunstige omstandigheden waren, zijn er maar weinig distelvlinders die de reis naar het noorden starten. Vervolgens zijn de omstandigheden tijdens de lange reis cruciaal. Grote lage drukgebieden, storm, regen en tegenwind hebben allemaal invloed op hoeveel vlinders het uiteindelijk redden.
In de afgelopen meimaand is de distelvlinder flink wat keren gezien. In totaal zijn er meer dan 1200 waarnemingen doorgegeven via Waarneming en Telmee en dat is meer dan we de afgelopen jaren gewend waren. Het zijn er lang niet zoveel als het meest recente topjaar voor distelvlinders, 2009. Toen werden er in mei meer dan 14 duizend doorgegeven, maar dat was dan ook een zeer uitzonderlijk jaar. Hoeveel vlinders we komende zomer te zien zullen krijgen is ook nog afhankelijk van de omstandigheden die de rupsen ondervinden. Er zijn redelijk wat distelvlinders aangekomen, deze hebben hier eitjes afgezet op diverse distelsoorten en zijn gestorven. Over een week of wat zullen de verse vlinders verschijnen. Deze zijn er volop in augustus en in de loop van september verdwijnen ze weer op weg naar het zuiden. Distelvlinders kunnen hier de winter namelijk niet overleven.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting